26.
Als ik er achteraf over nadenk, verbaast het me dat ik alleen maar diep adem heb gehaald. Onbewust moet ik geweten hebben dat het wegrennen van Otje iets afschuwelijks aanduidde.
Op de lage tafel, niet ver van haar voeten stond een waterglas met madeliefjes en herderstasjes, het soort bloemetjes dat meisjes plukken als ze een dagje in het bos zijn.