‘Ik vertrouw je voor geen cent,’ zei hij. Hij klom het laddertje op en spiedde over de hooizolder.
‘Mijn lantaarn ligt hier op je brandhout,’ zei ik. Maar hij gromde en klom weer naar beneden. ‘Je wou d'r zeker bedanken dat ze de politie gebeld heeft om naar de Klamvoeder te gaan?’ riep ik honend.
‘Ze zal nog wel in 't dorp bij de Moker zijn,’ zei hij onzeker ‘Ik sluit de schuur af, dus als ze komt, komt ze door het woonhuis.’
Het werd stil, alleen de koe smakte en klodderde. Ik sloot mijn ogen.
‘Rutgertje,’ zei een hoog stemmetje. Iemand ging naast me in het hooi zitten. ‘Rutgertje, we moeten nog afmaken wat we toen op de dijk begonnen.’ Ze krieuwelde met haar lippen over mijn gezicht.
‘Cora...,’ zei ik, redelijk verbaasd.
‘Ja. Ik wist wel dat Ko zou controleren. Ik zat in die stapel houtblokken, ik heb er bijna een prieeltje van gebouwd.’ Ze trok mijn deken opzij en kwam tegen me aan liggen.
‘Ik vind 't lief van je, maar ik ben zo moe als een hond.’
‘Dat geeft niks, dan doe je het maar net als een hond.’ Ze ging overeind zitten, en trok haar jurk over haar hoofd. ‘Voel je hoe naakt ik ben?’ Ik voelde.
Ze boog zich over me heen en speelde met haar borsten over mijn gezicht, wat nog gecompliceerder werd omdat ze met haar knie een flinke hap stro tegen mijn rechteroor aan drukte die daardoor flink geprikkeld werd.
‘Het leven is een constant kiezen,’ zei ik, vergeefs houvast zoekend aan een van de kleine tepels. Ik sloeg de deken nog een keer open en trok haar over me heen.
‘Vertel eerst even waarom je de politie belde?’
Ze lachte kirrend. ‘Omdat ik er zeker van wou zijn dat je vannacht hier zou zijn. Toen den Eiber vanmiddag hier was begreep ik het al, en ik ben ook nog even bij de Moker gaan vragen, omdat Ko daar ook heen is geweest. Toen 't steeds later werd heb ik Flipse gebeld, maar die wou niks met jou te maken hebben en die gaf me het nummer van de recherche in Goes. Daarna ben ik hier de houtstapel gaan verbouwen.’ Ze lachte opnieuw en zeer