63.
‘Aer datmen fich al keerd of wend, End'waermen loopt of ftaet; Daer vintmen, 'tfy oock op wat Ree, d'Hollander end' de Zeeuw’ Sy loopen door de woefte Zee, Als door het bofch de Leeuw’ - Valerius. Ik zei het langzaam op, en betreurde dat je het alleen nog kunt horen in carillonbewerking.