meldden, het lichaam van de 76-jarige R.L., zondagmorgen dood in de ‘vaete’ van Abeledorp werd aangetroffen, is nog een gruwelijker vondst gedaan. Maandagmiddag trof de opperwachtmeester Flipse van Abeledorp in de vliedberg achter de kerk twee lichamen aan, die tot de nek waren ingegraven. Beiden waren, evenals de 76-jarige R.L., overleden aan een in de rug toegebrachte steekwond. Identificatie toonde aan dat het hier ging om de 57-jarige J.W., een campinghouder uit Abeledorp, en om de 38-jarige G.B., ijshandelaar uit Wolfaartsdijk, die reeds tien dagen als vermist was opgegeven. Bij beiden werd op lugubere wijze aan hun beroep herinnerd: J.W. was ingegraven met een plank van zijn camping, G.B. met een deksel van zijn ijscokar.
De politie beschikt niet over nadere gegevens. De inspecteur van de Goese recherche, belast met het onderzoek, zegde op een persconferentie toe dat alle snelheid zal worden betracht om deze zaken op te helderen. Opvallend aan deze moorden is natuurlijk dat hier sprake is van twee mensen, werkzaam in de toeristensector. Inspecteur J. Jubal weigerde in te gaan op de vraag of hier sprake was van terreur. Hij verklaarde geen inlichtingen te hebben over bedreigingen in die sector, noch over intimidatie. Zeeland, zo zeide hij,...’
De rest ging over Lemming en de schrik van de zondagmorgen, met een aantekening dat de vaete en de vliedberg dicht bij elkaar liggen.
Ik vroeg Dolfje het telefoonboek en belde met Jubal, ergens in Goes.
‘Meneer Jubal,’ zei ik, ‘als buitenstaander kan ik verklaren: dit is een moord beneden Nieuw Amsterdams Peil.’
‘Wat is dat?’ riep hij geërgerd, ‘wie is dat?’
‘Lemming,’ zei ik. ‘Ik lees net iets over een persconferentie. En ik zie...’
‘gvd,’ riep hij krachtig. ‘Waarom kun je niet gewoon doen? Ik heb het druk. Waar gaat het om?’
‘Ik lees,’ zei ik geduldig, ‘dat jou de vraag werd gesteld of er sprake was van terreur. Is dat zo? Wie kwam op dat geniale idee?’
‘Hoezo?’