Julia
(1982)–Rhijnvis Feith– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 57]
| |
10 VertalingenVan de Julia bestaan uitgaven in het Frans, het Duits en zelfs het Russisch. De tot nu toe enig bekende Franse editie dateert uit het vierde jaar van de République Française (1796/1797). Volgens de titelpagina is het de tweede editie. Een vroegere editie is echter nog niet teruggevonden. Reeds in 1783 werd een Franse vertaling aangekondigdGa naar voetnoot1, zodat we mogen aannemen dat er inderdaad een eerdere Franse editie bestaan heeft. De Franse versie verschilt van het origineel doordat de opdracht Aan mevrouwe*** ontbreekt, evenals het hoofdstuk Aan de Maan. Ook in het ‘Mengelwerk’ heeft de vertaler het een en ander weggelaten; overgebleven zijn drie prozastukken: Themire, Alpin en De hermiet. Men krijgt voorts de indruk dat in het gehele werk al te emotionele passages enigszins versoberd zijn. De redenen van weglatingen en veranderingen worden niet medegedeeld. De vertaler was Hendrik Jonas Jansen (1741-1812). Deze Hagenaar ging in 1770 naar Parijs, waar hij carrière maakte als vertaler, boekhandelaar, uitgever, censor en bibliothecaris. Hij vertaalde uit het Nederlands, Engels, Duits en Italiaans, en legde zich er vooral op toe om de kennis van de Nederlandse letteren in Frankrijk te bevorderen. Rhijnvis Feith, die hij persoonlijk kende, beschouwde hij als ‘un des plus grands poëtes & des meilleurs littérateurs Hollandois’ van zijn tijd.Ga naar voetnoot2 Jansen vertaalde ook Feiths tweede roman Ferdinand en Constantia (Parijs 1793, tweede druk 1796). Achter de tekst van Ferdinand et Constance van 1793 nam hij twee stukjes uit het ‘Mengelwerk’ van Julia opnieuw op: Themire (‘Thémire’) en De hermiet (‘Le solitaire’) - een blijk van de grote waarde die hij eraan hechtte. De eerste Duitse uitgave verscheen te Leipzig in 1788. Ook hierin werden Aan mevrouwe*** en Aan de Maan weggelaten. De vertaler verantwoordt de laatste weglating aldus: | |
[pagina 58]
| |
da der arme Mond von deutschen prosaischen und poetischen Schriftstellern schon so viel Bittschriften und Klagen erhalten hat, dass man billiger Weise Bedenken tragen muss, ihm noch mit andern dergleichen Zuschriften beschwerlich zu fallen. Van het ‘Mengelwerk’ laat hij Alpin en de gedichten vervallen, waardoor de thematische samenhang van het Julia-verhaal en de prozateksten uit het ‘Mengelwerk’ sterker wordt. De vertaler is onbekend gebleven. Feith waardeerde diens werk nauwelijks: hij vond hem een te geringe kennis van het Nederlands bezitten.Ga naar voetnoot3 Inderdaad zijn er nogal wat omslachtige formuleringen te vinden en zijn er enkele merkwaardige fouten in het werk geslopen. Een fraai voorbeeld van een zgn. woordenboekfout is de weergave van ‘onschuldige borstjes’ (p. 79) door ‘unschuldige Jünglinge’ (vertaling p. 4). In 1797 verscheen te Mannheim een tweede Duitse uitgave, ditmaal echter een vertaling uit het Frans. Dientengevolge ontbreken dezelfde tekstgedeelten als in de Franse vertaling. Deze eveneens onbekende vertaler betreurt het voorkomen van de Werther-figuur in Feiths tekst. Hij vindt het Julia-verhaal weliswaar eentonig, maar kent er toch voldoende esthetische en ethische waarde aan toe om een vertaling zinvol te doen zijn. Beide Duitse vertalers, ten slotte, vinden de Julia bij voorkeur geschikt voor vrouwelijke lezers. De Russische ‘Joelia’ was eveneens een indirecte vertaling, via het Frans. De titel luidt: Čuvstvitel'naja Julija, ili Redkij obrazec něznoj i plamennoj ljubvi. Sočinenie Gollandskogo pisatelja Rinvisa Fejta. S priobščeniem dvuch trogatel'nych ego povestej o Temire i Pustynnike. Perevod s francuzskogo. In Nederlandse vertaling: De gevoelige Julia, of een zeldzaam voorbeeld van een tedere en vurige liefde. Een werk van de Nederlandse schrijver Rhijnvis Feith. Bijgevoegd twee van zijn ontroerende novelles, Themire en De Hermiet. Vertaling uit het Frans. Moskou, gedrukt bij Platon Beketov, 1803. | |
[pagina 59]
| |
Het werk bevat de goedkeuring van de burgelijke censuur. In een voorwoord motiveert de vertaler (van wie alleen de initialen F.B. bekend zijn) zijn activiteit aldus: ‘De aangename stijl van deze roman, het karakter van Julia en Eduard, het teder uiten van hun wederzijdse liefde, hebben mij tot het vertalen aangezet’. De Russische vertaling volgt de Franse tekst op de voet; de door Jansen weggelaten gedeelten ontbreken ook hier. Echter, Alpin, een tekst die Jansen zeer bewonderde, is in de Russische editie niet overgenomen.
Afgezien van de in het buitenland buitengewoon populaire kinderroman De kleine Grandison (1782) van M.G. de Cambon, heeft van de contemporaine Nederlandse romans alleen de Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart met 2 Franse en 3 Duitse edities een vergelijkbaar succes buiten de landsgrenzen gekend als de Julia van Rhijnvis Feith. Habent sua fata libelli ...Ga naar voetnoot4. |
|