Brieven over verscheide onderwerpen. Deel 6
(1793)–Rhijnvis Feith– AuteursrechtvrijRhijnvis Feith, Brieven over verscheiden onderwerpen. Deel 6. Johannes Allart, Amsterdam 1793.
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, sign. 115 C 29
algemene opmerkingen
Dit bestand is een diplomatische weergave van het zesde deel van Brieven over verscheide onderwerpen door Rhijnvis Feith uit 1793.
redactionele ingrepen
Op p. 36 komen de noten (b) en (c) voor. Onderaan de pagina staan alleen de noten (c) en (d). Omdat dit overeen zou moeten stemmen, hebben we noot (c) onderaan (b) genoemd en noot (d) (c).
p. 67 is abusievelijk p. 76 genoemd. Dit hebben wij in deze digitale versie gecorrigeerd.
p. 137: onkuudig → onkundig; ‘Wij kunnen tot eenen zekeren graad zeer onkundig in de ontdekkingen der Wijsgeeren zijn...’
p. 147: harts tochten → hartstochten; ‘(...) over de hartstochten, die den Dichter bezielen (...)’
p. 147: waarschijulijk → waarschijnlijk; ‘(...) en men zou waarschijnlijk neen moeten antwoorden’
p. 181: In de opsomming hebben wij van de 5 een 4 gemaakt, omdat dit een logische opsomming geeft.
p. 192: bjj → bij; ‘Maar hier komt menigmaal nog iets bij.’
p. 192: opvoedin → opvoeding; ‘(...) eene zogenaamde Fransche goede opvoeding naar de waereld ontvangen.’
p. 217: plaaes → plaats; ‘De Natuur, zo als ze in ons vaderland is, staat op de tweede plaats.’
Bij de omzetting van het oorspronkelijke tekstverwerkingsbestand naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (p. π1v) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. π1r)]
Brieven.
Zesde en laatste deel.
[pagina ongenummerd (p. I)]
Brieven over verscheiden onderwerpen.
door Mr. Rhynvis Feith,
lid van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leyden, van het Zeeuwsche genootschap der Wetenschappen te Vlissingen en verscheiden dichtlievende genootschappen.
Zesde en laatste deel.
Te Amsterdam, bij Johannes Allart.
MDCCXCIII.
[pagina ongenummerd (p. VIII)]
Inhoud.
Voorbericht.
Eerste brief.
Iets over den Smaak der Nederlanderen in de Poëzij.
Tweede brief.
Antwoord op den voorigen.
Derde brief.
Vervolg van het eigen onderwerp. Eenige zwarigheden opgelost.
Vierde brief.
Waare en valsche Wijsbegeerte voor den Dichter. Gevoel voor, en omgang met, de Natuur. Waarde van uit Boeken verkreegen kundigheden.
Vijfde brief.
Waarde der zinnelijkheid in de Poëzij. Zinnelijke en Wijsgeerige waarheid. Nadeel, dat men aan de Dichtkunst toebrengt, wanneer men haare Voortbrengselen naar de laatste alleen wil beoordeelen.
Zesde brief.
Over het bijzonder en algemeen belang in de werken van Smaak en Kunst.