Harakiri.
Laat ik maar zwijgen over wat de binnendringende Japanners, na hun makkers daar in de cellen te hebben gevonden, met de pemoeda-cipiers deden die niet meer bijtijds de gevangenis hadden kunnen ontvluchten. Dit is een dag van bloedige, vreselijke afrekening geworden.
Op de 18de October, drie dagen na het begin van de strijd, werden ongeveer vijftig Nederlandse vrouwen en kinderen bevrijd die in het hotel Pavillon, in het centrum der stad, zaten opgesloten. Ik zag in en om het hotel overal de sporen van het recente gevecht, maar de vrouwen hadden in de afgelopen drie-en-'n-half jaar te veel meegemaakt om zich door 'n paar uren van acuut gevaar uit hun evenwicht te laten brengen. ‘Het ging deze keer niet tegen ons, meneer, maar tegen de Japanners, en de pemoeda's zeiden: “De Jap is toch ook jullie vijand!” Ze wisten immers wat wij in de kampen hadden moeten uitstaan.’ De vrouwen zuchtten en één zei: ‘Op het laatst kregen we nog bijna met hen te doen. Er waren heel jonge jongens onder, die huilden omdat zij het gingen verhezen; in hun paniek sprongen ze van de eerste verdieping zo maar omlaag! Ze hadden gemakkelijk hun armen en benen kunnen breken...’
Wat deze vrouwen nu nog deed huiveren, was de herinnering aan een toneel dat zich vlak voor het hotel had afgespeeld: hoe Japanse krijgsgevangenen in een truck werden aangevoerd en aan de wraak der massa's uitgeleverd. ‘Ze zagen wel erg bleek, maar u had moeten zien hoe kalm ze bleven! Met 'n stalen gezicht lieten ze zich uit de auto sleuren, en ze waren zelfs te trots om hun arm op te heffen en zich te verweren toen er met parangs op hen werd ingehakt. - Moed hebben ze wel, die Jappen... Hoe is het dan toch mogelijk dat ze tegen ons, ongewapende vrouwen, zo laf en gemeen waren?’
***
We zouden de volgende morgen juist weer opstijgen toen er haastig een auto kwam aanrijden die namens de Engelse stadscommandant het verbod bracht naar Soerabaia door te vliegen. Het vliegveld daar lag onder republikeins vuur; alleen militairen ‘on duty’ mochten er landen.
Onze Mitchell keerde daarop naar Batavia terug, nu meteen enkele vrouwen en kinderen evacuerend, die in een nabije loods op luchttransport wachtten. Voor ik instapte, had ik nog gelegenheid te zien op welke wijze de pemoeda's van hun tijdelijke heerschappij over het vliegveld van Semarang gebruik hadden gemaakt. Er stonden wat Japanse jagers en één of twee transporttoestellen. Alles wat losgeschroefd kon worden was er uit verdwenen. Begerige handen hadden zelfs de bekleding van de zittingen gescheurd.
Kort nadien was ik er te Batavia getuige van hoe luitenant-generaal