Ieder van ons trachtte op zijn eigen wijze het merkwaardige element van onzekerheid te verwerken dat het laatste snufje van deze ‘totale oorlog’ nu weer in onze toch al zo onberekenbare existentie had gebracht. Man en vrouw hadden in hun onderbewustzijn dezelfde gedachte wanneer zij 's morgens tot elkaar zeiden: ‘Tot vanavond dus.’ Er school in elk geval een geheime troost in de overweging dat men van z'n eigen noodlottig einde, indien het mocht komen, met wat geluk niets zou weten...
Zoals ik reeds zei: de V.1 had een slopend effect op onze zenuwen gehad; er waren er, die het minutenlang aanzwellende geronk en dan het plotseling afslaan van de motor, gevolgd door de omineuze duikvlucht, nauwelijks meer konden verdragen. De V.2 mocht dan daadwerkelijk misschien nog dieper wonden slaan in het bloedende hart van Londen... ze deed het althans snel en zonder een tergende dramatische climax. Deze stratosfeerbommen vielen ook slechts sporadisch; enkele malen per dag hoorde men er een. Soms ontgloeiden ze zichzelf door de snelheid van hun val en ontploften hoog in de lucht: een helderwitte wolk tegen het hemelsblauw; daarna nog een langdurig na-bolderen. Die zou althans geen kwaad meer aanrichten.
Overigens naderde de oorlog nu z'n einde.
Toen ik in de voorzomer 1945 mijn vrienden in Den Haag terugzag, kreeg ik, behalve het relaas van een vreselijke winter, ook steeds weer verhalen te horen over het afschieten van de V.2's. ‘Ja, en als er daar in de duinen dan weer een omhoog ging, net 'n komeet was het met een vurige staart achter zich aan, dan hielden wij ons hart vast: of hij niet weer zou mislukken en halverwege terugkeren...’ De verschrikkingen van het doorgestane vervulden hen nog te zeer dan dat zij zich bewust werden van de ironie die ik - zojuist uit het beschoten Londen komend - in hun verzuchting moest voelen.
***
De Rijn was geforceerd. Duitsland, leeggebloed in vier Russische winters, murw gebombardeerd door de Amerikanen en Engelsen, waggelde onder de laatste mokerslagen. De concentratie-kampen, waarover de Jüdische Greuelpropaganda meer dan tien jaar lang had gebazeld, werden opengeworpen, en eenvoudige jongens uit Milwaukee, Manitoba, Shropshire en Inverness stonden bleek en stom en wat onpasselijk voor de gaskamers, de stapels naakte, uitgemergelde lijken, de zich in lompen rondslepende spookverschijningen van Belsen, Buchenwald en Dachau, of hoe de opvoedkundige instituten van het Derde Rijk verder nog hebben mogen geheten. De zweer was opengebarsten en een walg van stank sloeg uit dit Arisch Paradijs op. De Führer aller Duitsers, gevangen als 'n rat in de val, onttrok zich door vergift aan de aardse gerechtigheid. Zijn beul Himmler, zijn profeet Goebbels en