onvermijdelijk. De lezer zal zich herinneren hoe deze zachte, beminnelijke vrouw tenslotte in een Duits concentratiekamp aan haar eind kwam, boetend voor het ‘verraad’ van Italië en het Italiaanse koningshuis. Zelfs haar Duits huwelijk - met de prins van Hessen - heeft haar niet kunnen redden.
De ‘Zwarte adel’ werd gevormd door de fascistische bonzen; het hoofd ervan was, alweer even onvermijdelijk, gravin Ciano, Mussolini's dochter, die tegen de steile bergwand van de Castiglione in die dagen een machtige zetel liet bouwen van waaruit zij het grootste deel van het eiland en de omringende zee zou kunnen overzien.
Edda Ciano was eerder klein dan groot, maar werkte indrukwekkend door haar bijna overdreven forse kaken, die zij van haar vader had geërfd tegelijk met zijn donkergloeiende karbonkels van ogen. Achter een wat gamineachtig optreden verborg zij veel gevoelscomplexen, zo zei men. Haar trots verdroeg het niet dat zij overal en altijd slechts de dochter van haar vader zou zijn; zij rebelleerde daartegen door zich met jonge Romeinse pretmakers te omringen - een gezelschap dat stenig niet de goedkeuring van de Duce zou hebben weggedragen, indien hij er haar in had aangetroffen. Hield de grote man een van zijn daverende radio-toespraken, waarnaar gans Capri in heilig ontzag luisterde, dan kon men uit het café Morgano haar lach horen - zij amuseerde zich met haar vrienden. Anderzijds zei men dat zij met al de hartstocht van haar natuur aan haar vader hing. En dat zij de enige was naar wie hij luisterde. In elk geval bezat zij een sterke eigen persoonlijkheid die zich wilde doen gelden - het was een publiek geheim dat zij er haar man, de ijdele, onbeduidende aristocratenzoon die haar zijn oude titel had mogen schenken, gemakkelijk mee overheerste. In welke conflicten met zichzelve moet deze vrouw wel zijn geraakt toen graaf Ciano, zijn krachten schromelijk overschattend, tegenover zijn machtige schoonvader de rol van Brutus trachtte te spelen en als straf daarvoor, op last van de toen reeds zelf gedoemde Duce, voor een vuurpeloton werd geplaatst! Een stof voor Aischylos!
Hoewel Mario, als nobile, natuurlijkerwijs tot de ‘Witte adel’ behoorde, werd hij door zekere kanten aan Mussolini's fascisme bekoord; de nieuwe grootheid van Italië kon zijn hart niet onberoerd laten. Het land van romantische ruïnes en zacht ruisende fonteinen, van kellners, schoorsteenvegers, muzikanten en bedelaars, had, dank zij de Duce, dan toch maar de toorn van Amerika, Engeland, Frankrijk en nog 'n kleine vijftig staten durven trotseren en onder hun verbaasde ogen een flink stuk van Afrika aan de Italiaanse kroon gehecht.
Zelf de zachtaardigste aller mensen, trachtte Mario te loochenen dat er op beestachtige wijze tegen de met speren en voorladers bewapende Abessyniers zou zijn opgetreden. En overigens... met sentimentele democratische me-