Padde zweeg. Maar per slot van rekening is een mens geen doofpot.
Toen Hajo weer met zwier een punt achter een zin had gezet, waagde Padde de
schuchtere vraag: ‘Kun je alles schrijven wat je maar wilt?’
‘Alles!’ zei Hajo.
Dat moest Padde even verwerken. ‘Kun jij nou ook schrijven dat 't
mist... enne... dat je op de viool leert spelen?’
‘Wat dacht jij dan?’
‘Nou, ik dacht... alleen maar de groeten en zo, en ik kom gauw
terug.’
‘Kijk,’ zei Hajo, ‘dat komt nou van je geklets! Nou maak ik weer 'n
vlak!’
‘Ook erg...’ meende Padde, ‘da's al wel wtintig maal gebeurd. Wat is
dat oogje met dat streepje eraan?’
‘Een p,’ zei Hajo gewichtig.
‘Wat is dat: een pee?’
‘Nou, da's een p, hè? Ik zal maar zeggen
P van Padde.’
‘Lieg je toch?’ Padde begon te grinniken. ‘Zeg, dit is dan zeker óók
een pee, hè?’
‘Dat is een b,’ zei Hajo.
‘Een d,’ verbeterde Rolf.
‘O, ja een d,’ zei Hajo gauw.
Padde schudde het hoofd. ‘Pee, bee, dee...! Die dee is toch ook 'n
oogje met 'n streepje eraan?’
‘Ja, maar daar zit het aan de andere kant!’
‘Da's nou maar krek hoe je de brief houdt!’ Padde greep Hajo's
inktslagveld, tot ontzetting van de beide veldheren, stevig beet en zei,
terwijl hij het omdraaide: ‘Alsjeblieft, nou is het dan toch wèl 'n pee!’
Hajo verloste zijn in gevaar gebrachte brief en vroeg nijdig: ‘Wou
jij een brief op de kop lezen?’
‘Op m'n kop???’
‘De kop van de brief, bedoel ik.’
‘Heeft een brief dan een kop?’
‘Meer dan jij,’ zei Rolf.
‘Knap maar!’ gromde Padde. En hij trok af, danig uit z'n humeur.
Toen de briefschrijvers een uur later de barbiershut verlieten,
vonden ze Padde tegen de mast, met wazige ogen voor zich uitblikkend in de
grauwe mist.
‘Padde! Wat zit je daar?! Je zult kou vatten!’
‘Hoplala-tralala!’ lalde Padde met de vingers op het dek trommelend.
‘Ik heb ged-danst voor de omes! Boven op de... hik! b-boven op de tafel!’
‘Hij ijlt!’ zei Hajo verschrikt.
Rolf legde zijn hand op Paddes voorhoofd. ‘We zullen hem optillen en
in zijn bed brengen.’
Maar daar wilde Padde niets van weten. ‘Blijf van me af,
b-boekenwurm!’
Hajo aarzelde. Maar een blik uit Rolfs ogen was hem voldoende om
Padde stevig onder de armen te nemen. Rolf pakte hem bij de benen op.
Padde worstelde uit alle macht om vrij te komen. Toen het niet
lukte, klaag-