Harmen wipte van de ketel af, schreeuwde: ‘Ik zal m'n buik straks
eens inwrijven. Stevig inwrijven! - Nou, probeer jij het eens, Padde!’
‘Zeg dan eerst hoe ik het moet doen, Harmen!’
‘Stom-eenvoudig, Padde. Je haalt diep adem, wacht tot je het benauwd
krijgt en dan denk je: ik wil wat zeggen zonder m'n mond open
te doen! Dan komt het vanzelf.’
Padde beproefde het. Toen hij blauw van benauwdheid was, legde
Harmen zijn oor tegen Paddes buik. ‘Hou vol, Padde! Ik hoor al wat!’
‘Pff!’ zuchtte Padde.
‘Je zult te veel gegeten hebben,’ meende Harmen. ‘Die bruine bonen
zitten je natuurlijk lelijk in de weg! Je doet 't beste om eens een dag of wat
helemaal niets te eten.’
Padde beloofde het, aarzelend.
‘Je bent een verstandige jongen,’ prees Harmen. ‘Ga nou maar 'ns op
die ketel zitten. Misschien dat je er dan meer van terechtbrengt.’
Padde liet zich op de grond neerploffen. ‘Ik zit al.’
Harmen was even verbouwereerd. ‘Op de ketel, heb ik gezegd.’
‘Ik zit hier ook goed,’ stelde Padde hem gerust.
‘Wie weet het nou beter: jij of ik?’ vroeg Harmen. ‘Ik laat je niet
voor niks op die ketel zitten! Dat is voor... voor het geluid! Net als bij 'n
viool, daar zit ook 'n kastje onder - dan klinkt 't beter.’
Padde hees zich moeizaam op de ketel. ‘Wat moet ik zeggen,
Harmen?’
‘Nou, zeg maar: ik heet Lijsken Cocs.’
‘Maar zo heet ik toch niet?’
‘Daarom kun je 't toch wel zeggen?!’
Padde kneep mond en ogen dicht, trapte naar Harmens voorbeeld met de
hielen tegen de ketel. ‘Hatsjie!’ klonk het uit de diepte.
‘Dat is het begin!’ riep Harmen verblijd uit.
Padde keek stomverbaasd. ‘Kwam dat uit m'n buik??’
‘Waar anders uit?’ vroeg Harmen. ‘Uit je zondagse pet?’
Padde spande zich opnieuw in. Toen hij paars in het gezicht was
geworden, klonk het: ‘Ik schei er mee uit! Ik krijg het benauwd!’
‘Je bent een geboren buikspreker!’ verklaarde Harmen opgewonden.
Maar tegelijk trachtte hij hem, na hem van de ketel geduwd te hebben, met
zachte drang de kombuis uit te werken.
Padde stribbelde tegen. ‘Ik vind het verduiveld aardig van je,’ zei
hij, ‘dat je me wilt leren buikspr...’ Toen stokte Padde en verbleekte.
Een onzichtbare, geheimzinnige kracht duwde het deksel van de
ijzeren ketel omhoog en, als een duivel uit een doosje, wipte Lijsken Cocs er
uit te voorschijn.
‘Zo, mannetje, heb jij ons afgeluisterd!’ speelde Harmen op. ‘Morgen
gaan we ergens anders zitten, Padde!’
Padde knikte aarzelend.
Maar met twijfel in het gemoed kwam hij even later bij Hajo, die op
het voordek bezig was met het verzolen van een paar kolossale schoenen.