het te moeten missen.... Paul stelde een ruil voor; hij wilde een Vissersknaap-met-mand geven voor de Jonge-vrouw-met-hoed, maar Fedde zei: ‘Nee! Om 's hemelswil ouwe jongen, laat de zaak rusten. Dat schilderij is een deel van mijn jeugd,’ en het gaf niets of Paul al zei, dat het ook een deel van zìjn jeugd was, of in elk geval van die van zijn grootmoeder; het kleine doek bleef hangen waar het hing: in de moderne Holkes-flat, boven de smaragdgroene bank in de huiskamer.
De verhouding, die tussen ons en de Holkes-mensen bestaat, zou je koel kunnen noemen. Als we elkaar hier of daar bij familie ontmoeten, zeggen we elkaar goeiendag en daarmee uit.
Maar nu wil het toeval, dat Teddy en Freddy, de Holkes-tweeling, op dezelfde school gaat als onze Kareltje. Ze zitten alle drie in de klas van juffrouw Van Dal, en toen Teddy en Freddy vorige week zeven werden, behoorde ook onze Kareltje tot de genodigden voor de verjaarspartij.
‘Vervelend is dat nou....’, zei Paul.
‘Het is maar van twee tot vijf’, zei ik.