had ik eigenlijk al van het begin af voor jullie in mijn hoofd. Hij moet een heel bijzonder iemand zijn, niet alleen op het gebied van die baleinen, maar ook in de kunst. Hij is een enorm Beethovenvertolker. Hij speelt op concerten. Als hij komt, zou ik meteen de vleugel maar openzetten. Het is wel gek, dat hij ziekelijk bescheiden schijnt te zijn over dat pianospelen. Je moet hem eenvoudig bij zijn haren naar het klavier slepen. Nu ja, dat is jullie wel toevertrouwd. Dus Siraveler komt vrijdag, tegen etenstijd.’
Vrijdag, tegen etenstijd, verscheen een kleine, wat gezette man met een rood hoofd, felblauwe ogen en steil, rechtopstaand, donkerblond haar. Hij weigerde een sigaret, keek boos naar de theestoof, waaraan hij zijn scheenbeen had gestoten, zei: ‘O yes, they told me, Holland is very cold’, en: ‘O no, thank you, I never touch alcohol....’
Het was een enigszins ontmoedigend begin. Later, aan tafel, bracht ik het gesprek op het Holland-Festival, maar hij