hoofd keek in de verte om de hoek van een beschilderde slee, die juist naar buiten werd gedragen. ‘Kan ik u helpen?’
Ik griste een kaartje uit mijn tas, krabbelde er het nummer van de krantenhanger op, en liet dat over de menigte heen doorgeven naar het oudeherenhoofd, dat - na ontvangst ervan - me geruststellend toeknikte, en verdween, waarna ik opgelucht terug wandelde naar huis, waar ik een paar uur later Het Hert belde om te vragen of mijn koop in orde was gekomen.
Alles was piekfijn in orde gekomen, vertelde een stem mij. En of ik het thuis bezorgd wilde hebben? Er kwam dan meteen een briefje bij met de kosten.
Uitstekend. ‘Nurse’, zei ik, ‘ik moet naar de repetitie van de Kerstcantate. Wilt u afrekenen als die man van de veiling komt.’
Toen ik tegen vijven terugkwam van de Kerstcantate, kon de deur niet verder open dan een kier. Ik wrong me naar binnen, en keek. De hele gang stond vol. ‘Wat is dat?’ stamelde ik.
‘Dat,’ zei Nurse, een papiertje raadplegend, ‘is een school-inventaris. Ik moest