in de wachtkamer zat een cliënt, en op de turfzolder werd hij gek van het gekoer van Kareltje's duiven....
Tenslotte is hij terecht gekomen in het kamertje onder de stoep, dat nu weer een normaal aanschijn heeft gekregen, daar de spiegels, de neonbuizen en de geluiddempende tegels van Sofietje's mislukte schoonheidssalon zijn overgenomen en weggehaald door een kapper uit Zuid. In het kamertje was Annetje Winkelmeier bezig met het zetten van nieuwe bandjes aan slopen. Piet Haen nam plaats in de oude, met chintz beklede badstoel, die nog dateert uit Oma Mierema's tijd, en verdiepte zich in de lectuur, tot hij aan de telefoon werd geroepen door de meneer van de lezingenzolder.
‘Hij had het boek laten liggen’, vertelde Annetje me later. ‘Ik ben altijd leergierig geweest, ziet u mevrouw, en ik laat nooit een gelegenheid voorbij gaan om wat op te steken. Ik keek dat boek dus even in....’
‘Was het een Frans boek?’ vroeg ik.
‘Nee mevrouw,’ zei Annetje, ‘het was een Hollands boek. Het heette Dik Trom.’