‘Ziet u nu wel?’ Aafje schudde meewarig het hoofd. ‘Alles heeft zijn grenzen. En u moet volgende week nog wel met mevrouw uit Haarlem naar die dure modeshow! U kan toch niet in dàt vòd!’
‘Ik ga in mijn mantelpak,’ zei ik, en Aafje zei: ‘Het is God verzoeken als u, op uw leeftijd, nu al in die dunne kleren gaat lopen! Affijn, u moet 't zelf weten.’
Maar of ik het nu já of néé zelf moest weten, het dunne mantelpak liet Aafje blijkbaar geen rust, en die avond kwam ze naar me toe met een advertentie uit het buurtblaadje. ‘Moet u horen,’ zei ze, en ze las voor: ‘Ter overname wegens vertrek zo goed als nieuwe beige bouclé-damesjas. Maat 42. Telefoon 590532.’
‘Hij moet natuurlijk voor de hygiëne gestoomd,’ zei ze. ‘Maar als u nou es...’
‘Maar waarom verkoopt zo'n mens zo'n mantel “Wegens vertrek”?’ zei ik. ‘Ze kan 'm toch meenemen.’
‘Misschien gaat ze naar de warmte,’ zei Aafje. ‘Misschien heeft ze liever een badpak, of een parasol... Zullen we bellen?’
Ik aarzelde even, want ik zag er een beetje tegenop om te zeggen: ‘U spreekt met mevrouw Van Heesden en ik zoek een tweedehands mantel.’ Stel je voor, dat het iemand was, die we kenden! Ik moest eigenlijk boven zoiets staan, maar ik stá er nu eenmaal niet boven... ‘Ik vind het niet prettig,’ zei ik enigszins beschaamd, ‘in deze kwestie door de telefoon mijn naam te nemen.’
Aafje snoof. ‘Nou, dan noemt u míjn naam! U zegt gewoon: met juffrouw Bakker. En dan weet ze nòg niks.’
Ik draaide het nummer, en kreeg onmiddellijk gehoor. Voor ik nog iets had kunnen uitbrengen, riep een hoge, zenuwachtige vrouwenstem: ‘U spreekt met juffrouw Bakker.’
Het was een dwaze samenloop van omstandigheden, dat