constant Van Eyck voortwerkte in oorlogstijd. Slechts eenmaal is er een langdurige onderbreking: ‘tot hier 19 juni 1940’ (onder II 5 b) en ‘herbegonnen 7 jan. 1941’ (boven II 5 c). Hoe sterk zijn aandacht geconcentreerd was blijkt uit de aantekening 8-10-13 mei '40. Hier volgt de opgave van de dateringen, die alle uit de tekst gelicht zijn:
Blz. 130, slot hst. I: tot hier 6 april '40
blz. 159, slot II 3: tot hiertoe 11 april 1940
blz. 213, slot II 4 a: tot hier 23 april 1940
blz. 224, vóór Overzicht van Boek II: 24 april 1940
blz. 286, slot II 4 b: tot hier 2 mei '40
blz. 286, bij II 4 c: begonnen 4 mei '40
blz. 297, slot II 4: tot hiertoe mei '40
blz. 298, boven II 5: begonnen 5 mei '40
blz. 306, na 1e alinea (‘...zou blijven’): tot hier 5/5/40; voortgezet 8/5/40
blz. 315, na 1e alinea (‘... de natuurlijke wereld, schenkt’): tot hier, woensdag 8 mei '40 - Oorlog: Vr. 10 mei '40 - Herbegonnen 13 mei '40
blz. 333, slot II 5 a: tot hier 20 mei 1940
blz. 336, regel wit: tot hier 22 mei 1940 - Weer opgevat 1 juni '40
blz. 349, regel wit: tot hier 3/6/'40 - weer begonnen 16 juni '40
blz. 360, slot II 5 b: tot hier 19 juni 1940
blz. 361, boven II 5 c: herbegonnen 7 jan. 1941
blz. 368, vóor laatste alinea (‘Dit is niet de...’): 11/1/41
blz. 374, reg. 2 (‘...verijdelt’): 12/1/'40 (lees '41)
blz. 376, reg. 17 v.o. (‘...is het anders’): 12/1/41
blz. 381, slot II 5 c: 14/1/'41
blz. 384, na 1e alinea (‘...als haar dichter’): 15/1/41
blz. 399, slot II 5 d: 17 januari 1941
blz. 421, na 1e alinea (‘...zou worden’): 21-1-41
blz. 427, na 1e alinea (‘...meer nadruk’): 22-1-41
blz. 434, reg. 3 v.b. (‘...bepalen’): 31-1-41
blz. 441, na laatste regel (‘...ging’): 28-1-41
blz. 449, regel wit: 29/1/41
blz. 454, slot II 5 e: 30-1-41
blz. 460, slot II 6 a: 31/1/41
blz. 468 na 1e alinea (‘...aan te manen’): 1 febr. '41
Aanvankelijk heeft Van Eyck een indeling van ‘Mei’ gemaakt in zeven geledingen (blz. 157-159). Later heeft hij die vervangen