Verzameld werk. Deel 7
(1964)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermdP.N. van Eyck, Verzameld werk. Deel 7. G.A. van Oorschot, Amsterdam 1964
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Verzameld werk. Deel 7 van P.N. van Eyck uit 1964. Het complete Verzameld werk bestaat uit 7 delen.
redactionele ingrepen
p. 211, 712: in het origineel is een deel van de tekst weggevallen. De redactie heeft de tekst tussen vierkante haken aangevuld op basis van het exemplaar uit de Universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 3362 F 33.
p. 585: voetnoot 2 heeft in het origineel abusievelijk voetnootnummer 21 gekregen aan de voet van de pagina. In deze digitale versie is dat verbeterd.
p. 710: nis → ms: ‘‘het uit’ ontbreekt in ms.’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (binnenkant voorplat, 2, 6, 8, 640, 642, 702, 768, 774, 776, binnenkant achterplat, achterplat) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[ voorplat]
[pagina 1]
P.N. VAN EYCK VERZAMELD WERK
[pagina 3]
P.N. VAN EYCK
VERZAMELD WERK
7
G.A. VAN OORSCHOT - AMSTERDAM
1964
[pagina 4]
COPYRIGHT 1964 BY G.A. VAN OORSCHOT / AMSTERDAM
[pagina 5]
PROZA
Uit de Hoogleraarstijd II
Keuze uit de Journalistiek
[pagina 767]
INHOUD
[pagina 769]
UIT DE HOOGLERAARSTIJD II | ||||
---|---|---|---|---|
Herman Gorter: Mei
Herman Gorter: Mei. Een Gedicht. Inleiding. Bibliotheek der Nederlandse Letteren 1940 |
9 | |||
Gorter en sommige Schrijvers over Gorter
Onuitgegeven ms 1944 |
40 | |||
Herman Gorter 1883-1897
Onuitgegeven ms maart 1940 - februari 1941 |
||||
Inleiding | 69 | |||
1. De Bouw van Gorters Persoonlijkheid | 69 | |||
2. a. De innerlijkste Wezensdrang | 70 | |||
b. De Al-omvattende Liefde: Éen, maar Drievoudig | 73 | |||
c. Zinnen en Intellect | 77 | |||
d. Ik en Wil | 81 | |||
3. Onbevredigheid | 84 | |||
4. (Gorter vóor zijn eerste Geschrift) | - | |||
Hoofdstuk I: Prozabeschouwingen I | 85 | |||
1. Inleidend | 85 | |||
2. ‘Iets over den Godsdienst der Grieken’ | 95 | |||
3. Dichterlijke Taal - De geniale Mens - Verband tussen Kunstenaar en Samenleving | 106 | |||
4. ‘Multatuli's Woutergeschiedenis’ | 110 | |||
5. ‘Horatius’ | 116 | |||
6. Samenvatting | 126 | |||
Hoofdstuk II: ‘Mei’ | 130 | |||
1. De Voorgeschiedenis van ‘Mei’ | 130 |
[pagina 770]
a. Tussen Voorjaar 1885 en Zomer 1886 | 130 | |||
b. Gorter en zijn Tijdgenoten | 132 | |||
c. Verwey van ‘Persephone’ tot ‘Cor Cordium’ | 136 | |||
d. Gorter en het Probleem der Ziel | 140 | |||
2. Het Ontstaan van ‘Mei’ | 145 | |||
a. De Conceptie van ‘Mei’. Hoofdgedachte en Verhaal-motief | 145 | |||
b. Het schrijven van ‘Mei’ | 152 | |||
3. Het Verhaal van ‘Mei’ | 152 | |||
4. Uitwerking van de Hoofdgedachte in het Verhaal | 159 | |||
a. Boek I: Geleding 1-2 | 164 | |||
b. Boek II: Geleding 3-4 | 214 | |||
c. Boek III: Geleding 5-6 | 286 | |||
5. Karakteristiek van ‘Mei’ als Gedicht | 298 | |||
a. ‘Mei’ als zin-aanduidend Gedicht | 298 | |||
b. ‘Mei’ als verhalend Gedicht | 333 | |||
c. ‘Mei’ als Uitdrukking van innerlijk Leven | 361 | |||
d. ‘Mei’ als Uitdrukking van het Natuurlijke | 381 | |||
e. ‘Mei’ als Vers | 400 | |||
6. Waardering van ‘Mei’ | 454 | |||
a. ‘Mei’ als Poëzie | 454 | |||
b. Gorters eigen waardering van ‘Mei’ | 460 | |||
Overzicht van de verdere inhoud | 474 | |||
P.A.S. van Limburg Brouwer: Akbar
P.A.S. van Limburg Brouwer: Akbar. Een Oosterse Roman. Inleiding. Bibliotheek der Nederlandse Letteren 1941 |
||||
I. Verantwoording | 476 | |||
II. De Schrijver | 477 | |||
1. Leven | 477 |
[pagina 771]
2. Geschriften | 478 | |||
3. Persoonlijkheid, Levensdroom, Ideeën, Streven | 481 | |||
a. Persoonlijkheid 1 | 481 | |||
b. Levensdroom | 485 | |||
c. Ideeën en Streven | 495 | |||
d. Persoonlijkheid 2 | 511 | |||
III. De Roman | 514 | |||
1. Zijn Ontstaan | 514 | |||
2. Zijn Soort | 518 | |||
3. ‘Akbar’ naar zijn Stof | 523 | |||
a. De Idee | 523 | |||
b. Akbar en Iravati als ideale Belichaming van de Idee | 524 | |||
c. Het ‘Plan’ als Weerspiegeling van de Idee | 527 | |||
d. Brouwers Ideaal en de historische Werkelijkheid | 530 | |||
4. ‘Akbar’ naar de Vorm | 549 | |||
a. De Bouw | 549 | |||
b. De Figuren | 551 | |||
c. De Stijl | 561 | |||
IV. Besluit: Brouwers Testament | 565 | |||
Aanhangsel: De historische Figuur van Akbar | 574 | |||
Verwey en Ik | ||||
Brief aan D.A.M. Binnendijk 16 januari 1942 | 595 | |||
Brief aan D.A.M. Binnendijk 25 februari 1942
Onuitgegeven ms |
625 | |||
KEUZE UIT DE JOURNALISTIEK | ||||
---|---|---|---|---|
De Royal Academy
Nieuwe Rotterdamsche Courant 25 mei 1922 |
643 |
[pagina 772]
De Bloemententoonstelling
Nieuwe Rotterdamsche Courant 1 juni 1922 |
651 | |
Toneel te Londen: Capek, ‘The Insect Play’
Nieuwe Rotterdamsche Courant 15 juni 1923 |
656 | |
Jacob Epstein, en zijn gedenkteken voor Hudson
Nieuwe Rotterdamsche Courant 29 en 30 mei 1925 |
662 | |
Toneel te Londen: Tsjechow, ‘The Sea Gull’
Nieuwe Rotterdamsche Courant 14 november 1925 |
671 | |
Toneel te Londen: Joyce, ‘Bannelingen’
Nieuwe Rotterdamsche Courant 18 februari 1926 |
677 | |
Thomas Hardy
Nieuwe Rotterdamsche Courant 13 en 15 januari 1928 |
684 | |
Toneel te Londen: Galsworthy, ‘The Roof’
Nieuwe Rotterdamsche Courant 11 november 1929 |
695 | |
Verantwoording, Bibliografie en Register | ||
Verantwoording van de Samenstelling | 703 | |
Verantwoording van de Tekst | 705 | |
Algemene Bibliografie P.N. van Eyck | 715 | |
Bibliografie van bijdragen in tijdschriften en van literaire artikelen in kranten | 727 | |
Verbeteringen en aanvullingen op het Verzameld Werk | 736 | |
Register op het Verzameld Werk | 739 | |
Inhoud | 767 |
[pagina 773]
COLOFON
[pagina 775]
Dit zevende en laatste deel van het Verzameld Werk van P.N. van Eyck verschijnt in opdracht van G.A. van Oorschot, uitgever te Amsterdam, onder redactie van C. Bittremieux, Prof. Dr. N.A. Donkersloot, Dr. J. Hulsker en Prof. Dr. P. Minderaa. De tekstverzorging en de verantwoording van dit deel, het vijfde van het Proza, waren in handen van P. Minderaa, C. Bittremieux en J. Hulsker. De algemene bibliografie P.N. van Eyck is door G.H. 's-Gravesande, de bibliografie van prozabijdragen in tijdschriften door H.A. Wage samengesteld. De uitgave is typografisch verzorgd door Helmut Salden, gezet uit de Van Dijck, gedrukt door de N.V. Drukkerij G.J. Thieme te Nijmegen en gebonden door Elias P. van Bommel te Amsterdam.