Richard Dehmel: Kriegsbrevier
Een oorlogsbrevier in verzen van de man die tussen al de Duitse dichters buiten de kring der Blätter für die Kunst de meest gelezene, met Rilke de beroemdste was. Richard Dehmel is altijd een onbeheerste, barokke kunstenaar geweest. Hollende hartstochtelijkheid, zinnelijk-pathetische somberheid, door elkaar woekerend gevoel en gevoelerigheid, een soort wrange, om knittelverzen haast smékende humor of ironie, zijn de eigenschappen die mij van een lang geleden lectuur zijner bundels in de herinnering blijven, alle te zamen in de beste ogenblikken het aanzijn gevend aan een soms bevredigende, soms meeslepende, altijd zeer ‘zeitgemässe’ poëzie, die het laatste kenmerk misschien een weinig te rijkelijk bezit om op werkelijk blijvende waarde aanspraak te kunnen maken. Voortgekomen uit een geest zonder kritiek hetzij ten opzichte der tijdsverschijnselen, hetzij ten opzichte van zich zelf, een geest die deze verschijnselen voor zijn werk zonder schifting aanvaardde en met zijn eigen ongelouterd, ongeordend Ik doordrong, was deze poëzie, deze ‘Roman in Romanzen’ Zwei Menschen b.v., wel zeer modern en schijnt haar algemeen succes alleszins verklaarbaar, maar haar innerlijk gemis aan vastheid, aan orde en adel, moest on middellijk blijken bij het uitbreken van een oorlog als deze, die al zulke moderniteit, als een reusachtige woekerplant over de Europese mensheid uitgebreid, omhoog scheurde, om haar als een chaos weer te laten neervallen over de hoofden der ontgoochelde en steunloze aanbidders van haar voos gebleken zinledigheid. Dat ik hier de waarheid spreek, Dehmel zelfheeft het bewezen met dit smadelijk brevier. Een groot deel van zijn vroeger werk, dit boekje, zij leveren een zeer merkwaardige