('s-Gravenhage 1954). De spelling is voor P.N. van Eyck meer een bron van moeilijkheden dan een probleem geweest, en zodra een vereenvoudiging officieel werd, heeft hij ze toegepast, soms ook bij het heruitgeven van werk van anderen. De buigings-n, over het juiste gebruik waarvan hij vaak in onzekerheid heeft verkeerd, had hij al in de bundel ‘Gedichten’ van 1917 bijna geheel, en in ‘Inkeer’ (1922) definitief laten varen. Blijkens werkexemplaren van zijn oudste bundels, waarin hij later de schrijfwijze hier en daar slordigweg heeft gemoderniseerd, heeft hij ten aanzien van de buigings-n wel enigszins geaarzeld, maar hij heeft ze ook daarin zó vaak geschrapt, dat het behoud ervan op niet gecorrigeerde plaatsen alleen maar een uitermate grillig tekstbeeld zou doen ontstaan. Voor het proza leveren modernisering der spelling en schrapping van de buigings-n geen moeilijkheid. Daarom is de buigings-n alleen gehandhaafd in gedichten waar schrapping een ingrijpen van de tekstbezorger in metrum of rijm zou kunnen betekenen. In het proza werden vormen als ‘hunne, hare’ gemoderniseerd maar vormen als ‘hunner’ bleven uiteraard onveranderd.
De redactie heeft haar medelid C. Bittremieux bereid gevonden het persklaar maken der teksten, voor zover nog nodig, en het samenstellen der ‘Verantwoording’ in eerste instantie voor zijn rekening te nemen, waarna op grond van zijn ontwerpen de definitieve tekst door de redactie werd vastgesteld. De overige redactieleden betuigen hun grote erkentelijkheid voor het vele en moeilijke werk door de tekstbezorger voor de uitgave verricht.
Tenslotte spreken redactie en uitgever hun dank uit aan allen die bij het tot stand brengen van de uitgave behulpzaam zijn geweest, in het bijzonder aan Mevr. N. van Eyck-Benjamins, die onvermoeid mede hielp bij het ontcijferen van moeilijk leesbare teksten en Velerlei nuttige documenten en gegevens verstrekte, aan de heer H.A. Wage, die de tijdschriftpublikaties der gedichten opspoorde, aan de heer C.J. E. Dinaux, die uit de journalistiek een keuze voorbereidde en aan de heer G.H. 's-Gravesande, die voor het laatste deel van deze uitgave een algemene bibliografie samenstelde.
de redactie: C. Bittremieux, N.A. Donkersloot,
J. Hulsker, P. Minderaa;
de uitgever: G.A. van Oorschot.