Verzameld werk. Deel 2(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 167] [p. 167] Rust ‘Geef mij, eenmaal, het deert mij niet hoe kort, De vrede van een hart dat niets meer schort.’ Zo bad ik, toen ik jong was, in mijn nood, - Is, wat ik vroeg, iets anders dan de dood? Maar 'k wist het niet en, achter leed en lust, Was 't ene dat ik steeds begeerde: rust. - Nu, wetend dat mijn hart het leven wil, Wordt de oude ontbering eindelijk in mij stil. Wat mij zo smartelijk gescheiden scheen, Onrust en rust, ik voel hen beide, in-éen. Dit is de vrede. Een diep en helder licht Doorglanst mijn zacht gepeins, mijn stil gedicht. Vorige Volgende