Verzameld werk. Deel 2(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] Tot een verloren Makker Mijn hart was vol van bitterheid, Toen zag mijn droom u in de nacht, Uw blik vertrouwelijk als weleer, Uw glimlach vriendelijk en zacht. En al mijn bitterheid was weg. Ik dacht: wat is het leven vreemd, Dat onverwacht iets dierbaars geeft En plotseling iets zo liefs ontneemt. Wat deed ik u? Wat deedt gij mij? En toch, hoe onbegrijpelijk ver Lijkt mij die tijd nu van voorheen, Hoe schoon, maar hoeveel jaren her! Ik wrok niet langer. Deze nacht Is al mijn bitterheid verstild. De droom is wijzer dan het hart: Door hem zag ik úw blik weer mild. Maar stil en ach, hóe smartelijk zingt Iets zwaars door mijn berusting heen... Na ieder nieuw verlies is 't hart, Dit droom-wijs hart nu, méer alleen. Vorige Volgende