De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd349. P.N. van Eyck aan Albert Verwey, 22 januari 1918[Driebergen 22.1.18.]
Zeergeachte Heer, Eerst meld ik U dat ik op heden, 22 Jan. de proef nog niet ontvangen heb. Ik heb gewacht met antwoorden tot ik haar zou gekregen hebben, voor 't geval ik er nog iets over te zeggen zou hebben. - Brusse heb ik gepolst, ik ben erg benieuwd naar zijn antwoord - Mag ik U aan Scharten nog even herinneren? - Ik dank U zeer voor Uw inteekening op Prometheus. Ik had U de prospectus maar gezonden om U zijn tekst te laten zien. Ik hoop dat U het boek niet alleen neemt om mij een pleizier te doen, want dan zou ik spijt hebben van het zenden v.d.prospectus. De uitgave is een succes. We hebben reeds 73 inteekenaars, en hebben nog niet eens antwoord uit Engeland. De exemplaren die niet gedurende 't loopende jaar betaald worden, - over de prijs daarvan wordt altijd in Febr. beschikt. U hebt dus alle tijd. Alleen kunnen wij geen perkamenten banden leveren. Enkel perkamenten ruggen. Maar ook zóó is het mooi. In Duitschland betaalt men op 't oogenblik hooge prijzen voor boeken, ook Zilverdistelboeken. De laatste Verlaine à ƒ 100 is verkocht in Berlijn. Der Garten is allang uitverkocht, de laatste exx. voor ƒ 50.-Ga naar voetnoot484 Wij denken na 't verschijnen van Prometheus ook op te slaan, tot ƒ 60. We zullen dan niet meer dan 20 exx.over hebben. Het is goed dat op deze wijze De Zilverdistel weder goed maakt, wat aan de andere kant afgebrokkeld is. Hartelijke groeten aan Mevr. en de heele familie van ons beiden Uw PNvE |
|