De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd346. P.N. van Eyck aan Albert Verwey, 6 januari 1918Driebergen 6 Januari 1918
Zeergeachte Heer, Hartelijk dank voor Uw brief. Ik ben heel blij dat U de stukken goed vindt en zin ziet in een dergelijke actieviteit. Ik ben zoo goed als U overtuigd dat de werkelijkheid zelf het gelijk zou aantoonen, maar acht het zeker, dat zulke noodzakelijke processen, zoo goed als ze tegengewerkt kunnen worden, ook in de hand te werken zijn. Weet ik dit, en mag ik aannemen dat werkelijk mijn eigenlijke dichterlijke arbeid geen schade zal lijden, dan is het voor mij duidelijk, dat er voor mij hier een plicht te vervullen is. In zoover zal ik dus gaarne boeken ontvangen. Natuurlijk blijft het bespreken vrij? Het heeft als regel niets voor maar veel tegen, om na de behandeling van een voorbeeld andere, mindere te bespreken, die als type geheel onder dat van de eerste vallen. Dit bent U, denk ik, met mij eens. Een enkel boek heb ik al aangevraagd: Timmermans Kindeke Jezus en Jörgensens Leven van Santa Catarina di Siena. Als tegenhanger tegen mijn nog te schrijven Assisistuk. Nine kwam mij van morgen Uw oordeel over haar stuk brengen. Ik ben heel blij dat het dus in De Beweging komt.Ga naar voetnoot473 Het moet herlezen worden, en dat kan altijd gebeuren na de eerste kennisname in 't tijdschrift. Ik ben nu maar benieuwd of Brusse het daarna in boekvorm wil uitgeven. Ik hoop het maar. Pannwitz zal ik morgenochtend wel krijgen. Veel dank voor de zending. Ik wou U nog vragen of U, wanneer de drie beoordeelingen in 't Februari nummer komen, ze elk nu een eigen nummer wilt geven, en de titel Twee Romans doorschrappen. De boeken die ik van Noordwijk meenam heb ik nu dus afgehandeld behalve Lipsius' Leben Jesu. Voor het volgend nummer heb ik hoogstwaarschijnlijk een artikeltje over Léon Bloy. Heb ik U de lotgevallen van De N.K. reeds verteld? Ik geloof het niet. Door een meer dan arrogante manier van handelen v.d.kant van W.D,Ga naar voetnoot474 is v.DomselaarGa naar voetnoot475 uit D | |
[pagina 188]
| |
N.K.gegaan (gevolgd door, wat minder belangrijk is, Lau en Willy ten Holt.) Nu zijn dus enkel W.D. en Talma overgebleven, de laatste klaarblijkelijk volkomen onder Wijnschenks ‘magnetiseerende’ invloed. Van v.Domselaar, die een oprechte, potente en kundige kerel is, en een mensch, vind ik het een veel goeds voorspellende daad. Mijn vriend ten Holt, die theoretisch natuurlijk niet altijd zoo zeker is, had geloof ik een beetje moeite met mijn laatste artikel. Hij schrijft mij nu, dat v.Domselaar bij hem was ‘We spraken over allerlei dingen en bij alles moest ik zeggen: ‘zoo denkt van Eyck er ook over.’ Ik vond dat erg prettig en een bewijs dat wij veel aan elkaar zullen hebben’. Wanneer ten Holt daar juist in gezien heeft, doet mij dat bijzonder veel genoegen, want is v.D. op zich zelf inderdaad mijn gedachten genaderd, heeft ook hij de noodzakelijke correctie gevonden voor wat er verkeerds lag in het N.K.-geloof, dan is hij voor de toekomst een aanwinst, omdat dan ook in de muziek een creatieve figuur aan het werk is. Naar wat ik van hem weet en gehoord heb, zou hij misschien wel een man zijn, van wie een monumentale muziek-uiting te verwachten ware van een leven zooals wij het hopen en gelooven. Sterk, sober, essentieel, als ik mij niet vergis is hij dit of kan het worden. Zeer veel van zijn inzichten in muziek en muziekgeschiedenis kan hij behouden. Ik hoop dus van harte dat Friso zich niet bedriegt. De onderhandelingen schijnen op niets uit te loopen. Waarlijk toch omdat Duitschland met Rusland alléén geen vrede wenscht te sluiten, zoodat het zelf de moeilijkheden die de onderhandelingen doen mislukken, geschapen heeft expres daaróm? Daar tegenover een uitgewerkt program van Lloyd George, dat de deugd heeft van ondubbelzinnigheid. En het Duitsche volk? Het is typisch dat Hilde, niettegenstaande haar door haar verblijf in Holland zoo gewijzigde denkbeelden, toch bij de dames heeft zitten beweren, dat Riga een Duitsche stad is en dus...Ga naar voetnoot476 Uw dank aan mij voor de raad aan Mientje beschaamt mij. Ik heb hem niet verdiend. De zaak wikkelt zich nu langzaam af. Het merkwaardige is dat zelfs onder de Amerikaansche obligaties zij een paar van de minst courante, ik kan voor één soort wel zeggen incourante soorten bezit. Daar wacht zij nu op. Wanneer U zin hebt nog eens paar dagen te Driebergen te verpoozen, dan staat ons huis voor U wagenwijd open. Ik had Uw aanduiding over Mordechai niet goed begrepen. Dat de laatste afdeeling v. Goden en Grenzen Mythen heet was me ontgaan en ik dacht dat U het stuk wou leggen bij andere niet gepubliceerde gedichten en die later als zoodanig ‘Mythen’ noemen. Wij hebben dus nu kans op publiceering dit jaar? - Dr.GrootGa naar voetnoot477 heeft zich, na de schertsenderwijs door mij gezonden circulaire weer geabonneerd. Van Versluys echter tot heden zijn nummer niet gekregen. Ook mijn vriend v.Eck heeft zich nu geabonneerd. Hoe is de stand nu? Hart.gr. v.h.t.h. Uw PNv.E | |
[pagina 189]
| |
Ik heb met bijz.veel interesse en instemming de Vooys gelezen.Ga naar voetnoot478 De heele opbouw der aflev.is treffend. |
|