De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd339. P.N. van Eyck aan Albert Verwey, 17 december 1917Driebergen 17 December 1917
Zeergeachte Heer, Van morgen heb ik de proef ontvangen. Ditmaal zijn er nagenoeg enkel zetfouten te verbeteren geweest. Ik heb maar hier en daar wat veranderd. Ik zie dat U ook dat stuk weer niet in de rubriek geplaatst hebt. Het is misschien beter omdat het boekje zoo niet het onderwerp van een bespreking, maar aanleiding tot een algemeene beschouwing is. Toen mijn vorige brief gepost was en ik er nog eens over nadacht, schoot mij te binnen, dat U mijn opmerkingen over Uw laatste brief zou[d]t kunnen lezen als voortgekomen uit eenige geprikkeldheid van mijn ijdelheid: omdat het mij onaangenaam zou getroffen hebben, dat U een zoo volledige onkunde bij mij onderstelde van een gegeven, dat ik reeds meende mij al zoo eigen gemaakt te hebben. Ik hoop dat U het niet zoo zult verklaard hebben, want mijn beweegreden tot het neerschrijven ervan was juist het afwijzen van een bij U mogelijk geachte onderstelling van ijdelheid in mij, een ijdelheid die mij, verblind voor de werkelijkheid, iets nieuws in mijn eigen ervaring, en mij zelf als de inluider van dat nieuws zou doen zien. Ik geloof dat dergelijke ijdelheid door de zin en de waarde van mijn levensgevoel wordt ontkend en buitengesloten en daarom schreef ik, temeer daar Uw aanhouden op dit punt voor mij iets als een waarschuwen tegen ik-bemoeiingen beteekende. Wij zijn hier heel tevreden, en ik heradem. Ik ben dadelijk aan het werk getogen en hoop U binnen kort de copy voor Februari te zenden. Nelly gedijt hier eveneens en Robbie vergoedde deze dagen veel verleden drukte door voorbeeldige liefheid. Mientje vertelde mij dat zij voor een maand of 4 een betrekking wou zoeken, om de treurige staat van haar kapitaaltje. Ik hoop dat het niet noodig zal blijken. Het zou ook niet noodig zijn, wanneer haar geld anders belegd was. Zij raadpleegde mij maar ik voel mij wel zeer bezwaard door die verantwoordelijkheid. - Vanavond komt Nine haar nieuwe werk voorlezen.Ga naar voetnoot448 Ik ben er heel benieuwd naar. | |
[pagina 180]
| |
Ik vond bij een kennis een klein boekje van U over Ellen-Joh. Viator,Ga naar voetnoot449 dat mij door zijn positieve inhoud en door zijn proza zeer interesseerde. Bestaat ‘de Voogd’ nog en zou het nog te krijgen zijn? En zou ‘De Joden’ nog te krijgen zijn?Ga naar voetnoot450 Ik zou beide boekjes graag bezitten. Wilt U de hartel.gr. doen ook namens Nelly, aan allen? Ook zelf hart.gegr. van Uw PNvEyck |
|