De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd239. Albert Verwey aan P.N. van Eyck, 29 juni 1915[Noordwijk 29]
Beste van Eyck, Je kaart van 24 Juni zooeven ontvangen en tegelijk, tot mijn groote vreugde, de proef van Phryne. Ik hoop dat nu ook de brief die ik je door Geyl zond, je is terhand gekomen. Ik schreef je daarin - of vergat ik het? - dat de Stoppelaar mij om je nauwkeurige adres verzocht had. Dat is er dus een die aan je denkt, zooals je ook in 't Juli-N r van De Beweging zien zult.Ga naar voetnoot231 In Siena wonen, Lucca bezoeken, en onderwijl een | |
[pagina 85]
| |
drama schrijven! Ziedaar een geluk waarom de engelen je benijden mogen. De wereld is tegenwoordig zoo'n chaos dat de gedachte aan een dergelijke zaligheid me aan het eiland van Shelley's Epipsychidion denken doet.Ga naar voetnoot232 Het is waar dat Nederland tot nu toe rustig is en Noordwijk zaligheid genoeg heeft voor een dichter. Maar mijn snaren zijn enkel gespannen op de vlagen uit de verte. Spanning en onrust zijn alles wat ik beleven en bedwingen kan. Wat een goed nieuws is het dan ook voor me dat jullie werkelijk naar Holland komt. Want hoewel ik dichter dan jij ben bij landgenooten en vrienden, leeft toch ieder veel te veel in zijn werkzaamheden of in de partij die hij zich gekozen heeft, dan dat ik over veel dingen ruim en onbevangen spreken kan. Jij zult, juist omdat je de koorts van dit jaar niet hier hebt meegemaakt, beter sommige aspecten begrijpen die zich hier aan me opdringen. Dat belooft dus wat voor de Novembermaand. Sedert onze Mea haar candidaats deed is ze buiten, in Hattem. Ze had 't hard noodig. - De zomer is hier tot nu toe voortreffelijk. Mijn werk kwam tot een rustpunt, waar ik misschien maar kort op toeven zal. Het ga jullie wel. Van Harte Je Alb. V |
|