De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd237. Albert Verwey aan P.N. van Eyck, 25 juni 1915Noordwijk/Zee 25 Juni 15
Beste Van Eyck, Gister ontving ik je brief van de 12e-, vandaag je fransche briefkaart van twee dagen later. - Je briefkaart met enkele correcties voor de Mijmeringen ontving ik, maar na het afdrukken van het Juni-N r Kort na de ontvangst, 12 Juni, schreef ik je een briefkaart p/a Geyl, en zond ook over hem proef van Phryne. Tot nu toe geen antwoord, zoodat ik het vers niet in het Juli-N r plaatsen zal. Voor 't Augsnr durf ik er wel op rekenen. - Nu beantwoord ik eerst enkele punten uit je brief van 16 april. Bloem zakte, zooals je wel weten zult, voor de tweede helft. Zijn gedichten heeft hij mij niet getoond, maar plaatste ze in Groot-Nederland. Het boek van Greebe is aangevallen door Timmerman, in opdracht van Kloos.Ga naar voetnoot225 Hoofdzaak is G's dwaasheid deze zaak te entameeren zonder kennis van 't eigenlijke bij Kloos berustende hs. Voorloopig is overigens 't heele debat een warwinkel, en door niemand met zekerheid te redderen. Zwijg er dus over. Ik zal zien of ik 't boek hier leenen kan, en dan tenminste mijn opinie vervolledigen. - In zake je Wagner-art. had ik bedoeld dat je zelf de titel zou wijzigen. Dat je 't niet deedt[sic], nam ik aan als je bedoeling. - Ik schreef aan de Boer of er mogelijk [kans] was op een Bibliotheekbetr. Zijn antwoord was enkel teleurstellend.Ga naar voetnoot226 Baudelaire hield je bezig in April, en nu nog, zie ik. Geluk ermee! Een enkele brief van je, o.a. een interessante verdediging van Italië heb ik in de Rottr. opgemerkt. Overigens - men leest hier veel, en is zoo over Italië wel van verschillende kanten ingelicht. Toch moet er, door iemand die ter plaatse is, altijd wel iets belangrijks zijn optemerken. Je zag dat de Gruyter uit Londen schrijft?Ga naar voetnoot227 Ons eigen belang zal niet door oorlog, maar [door] het werk bij de vredesonderhandelingen tot uiting komen. Wat de een of andere Beier zegt is ons onverschillig. Maar van groote beteekenis is: dat een knooppunt van verwikkelingen in de Belgische kwestie op onze grenzen ligt. Iets ervan zul je al merken in ons Juli-n r [.]Ga naar voetnoot228 Ik zal zien of ik je een weekblad bezorgen kan (de Ridders interview). Een Bontekoe heb ik wel voor je. | |
[pagina 83]
| |
Mijn bundel wordt nu uitgegeven. Een gewone uitgaaf bij Versluys, en een zeker aantal Exx.op hollandsch papier voor de liefhebbers. formaat Eigen Rijk. Letter de Roos 12 punten, met één interlinie. Het is vandaag schromelijk warm en dit is de reden waarom ik nauwelijks schrijf, maar krabbel. Beter dan wachten, nu je dadelijk antwoord vroeg, en de post ook wel zeer langzaam is. Zie dus in deze kortheid geen gebrek aan hartelijkheid. In gedachten ben ik bij je. Ik denk veel aan je. Evenals mij zullen ook jou de omstandigheden zorg brengen en je in beslag nemen. Laat evenwel niet na ronduit te schrijven als ik je ergens meê van dienst kan zijn. Groet ook je vrouw hartelijk. Je A.V.
de Stoppelaar heeft ons je adres gevraagd. 't Gaat hem zeer goed. 't Zijne is nog Koffieondern. Soeki Ramé Dampit MalangGa naar voetnoot229 |
|