De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd220. P.N. van Eyck aan Albert Verwey, 29 januari 1915Ga naar voetnoot154Rome, 29 Jan.'14
Zeer geachte Heer, Even een klein briefje om bijgaand artikeltje over Wagners autobiografie te begeleiden.Ga naar voetnoot155 Ik hoop dat het U bevallen zal, al is het klein. Ik zelf vind het prettig, dat het eenigszins aanknoopt aan mijn laatste stuk van een jaar geleden over Flaubert.Ga naar voetnoot156 Het herhaalt, meen ik, niet mijn grooter artikel over Wagner.Ga naar voetnoot157 Wilt U, bij plaatsing, de proef zonder de copy liefst door den drukker onmiddellijk aan mij laten zenden? Dan kan het behoorlijk op tijd terug zijn. Ik vrees dat de proef van mijn verzen, met eenige correcties die mij ter harte gaan, door de vertraging van een paar dagen tengevolge v.'t Oostenrijksch-Duitsch troepentransport, te laat gekomen is. En elk geval wil ik wel graag altijd zelf corrigeeren, omdat mij meestal nog het een of 't ander invalt. Als nu het boek van Verhaeren spoedig uitkomt, heb ik gauw weer wat te doen.Ga naar voetnoot158 Straks klaagt U nog over te veel! Eén ding: zou de Perkkwestie Greebe - Kloos iets voor mij zijn. Of neemt U die zelf? Ik zou dan een exempl. v.deMathilde uitgave bij Nijhoff aanvragen. Bij Mevr.Koelman trof ik juist die uitgave aan, waarin al de stukken v.Kloos verzameld zijn, zoodat het meer een boek van Kloos, met Perk als ‘Belegsteller’, is, dan een Perkuitgave.Ga naar voetnoot159 Hoor ik dat van U? | |
[pagina 61]
| |
Hoe is BastiaansesGa naar voetnoot160 en Prinsens Gesch.v.Ned.lett.?Ga naar voetnoot161 Gaan er nog theoretische stukken vooraf, waarin zij hun aesthetische normen vaststellen? Er wordt verschrikkelijk, en in alle toonaarden, geschreeuwd over Querido's nieuwe boek,Ga naar voetnoot162 voorzoover ik 't beoordeelen kan. Ik lees behalve de Beweging, de Gids en Onze EeuwGa naar voetnoot163 (voorzoover men dat lezen kan noemen!) Heeft Gerretson teeken van leven gegeven? Een rare man, toch. Ik schreef U over de ‘stremming’ in ons verkeer. Nu heeft hij voor 2 maanden aan mijn zuster geschreven, wat mijn adres was, want dat hij mij een pakje wou sturen. Mijn zuster heeft geantwoord, en verder niets. Ik geloof ook, dat het maar het beste is, met welwillende belangstelling de verschillende evoluties van onze kennisschap aan te zien, zonder mij om schijnbare onzinnigheden te bedroeven. Wat hebben wij tallooze avonden samen geboomd anders, en het is toch jammer dat het zóó loopt. Uw bespreking v. Giza Ritschl is buitengemeen gereserveerd.Ga naar voetnoot164 Het deed mij bijzonder veel genoegen, want zoo vaak ik, met toewijding, mijn best deed haar mooi te vinden, kon ik eenvoudig niet verder gaan. Er is in Giza Ritschl voor mij een redelooze en zinlooze losbandigheid die alles mist wat losbandigheid beteekenisvol kan maken. Werkelijk, ik heb het zoo vaak geprobeerd. Zelfs wanneer ik iets ‘goed’ vond, dan kon ik het nog met de beste wil van de wereld niet belangrijk vinden. Maar dat vindt U haar ook niet. Ook - want Uw stuk over George c.s., z.a. ook uit mijn artikel blijkt - voor alles heeft mij getroffen en aan 't denken gebracht - het stukje van Twijnstra las ik vaak met | |
[pagina 62]
| |
instemming.Ga naar voetnoot165 Dergelijke beschouwingen, die de zaak ook eens van een heel andere kant beschouwen dan van eèn absoluut-idealistische, moesten wat meer geschreven worden, al ware het alleen maar als rectificaties van overmaat in de andere richting. Als U eens wist, hoe het hier, zeker tengevolge der aardbeving, week in week uit plaste. 't Is om den moed te verliezen. Ten Holt heeft het in zijn atelier zoo akelig, dat hij elke avond stilletjes Meredith komt zitten lezen.Ga naar voetnoot166 Onderwijl handwerkt mijn vrouw wat, en lees ik ook, of schrijf ik. Heel gezellig. 't Is altijd jammer als de avond om is. Ik zal heel blij zijn, wanneer ik weer eens, iets van U hoor. Hart.gr. ook aan Mevr. en de kinderen en van Nelly geheel Uw PN.v.E.
Uw citaat van Meyer ontstak in mij weer het verlangen, het gedicht te lezen.Ga naar voetnoot167 Maar geen kans! |
|