natuurlijk na, omdat
het onder Uw ressort *) hoort. 't Is nu avond, dit is mijn 2e briefkaart al,
ik lijk wel gek om mij zoo op te winden, maar ik wou U dit toch nog even
schrijven. U zult trouwens mijn woede kunnen begrijpen.
Met hart. gr.
Hoogachtend
Uw dw.
PN. van Eyck
*) Deze uitdrukking is mijn eenige juridische prestatie sinds van middag!
Staat U niet verbaasd over de elkander op de hielen volgende missieven. Ik
ben vandaag niet bepaald middelpuntig, en toch kon ik middelpuntigheid zoo
goed gebruiken bij de wissel, die mij van uit de dictaten ligt toe te staren
met een wereld van zak-verschrikking er achter. Ik geloof dat ik opschiet,
maar o 't publiek recht. Ik heb Labberton nog bij
me gehad. Hij was heel aardig.