De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
173.
| |
[pagina 266]
| |
overschrijven, - verder durf ik U niet beloven.Ik hoop, dat U 't billijken zult. (Nieuw boek v.George is geannonceerd: Der Stern des Bundes.Ga naar voetnoot518 U wist 't zeker al?) Hart. dank voor Uw proeve van mijn stuk. Ik heb nu althans een ‘archief’ exempl. U zegt niets van Novalis? Mijn bezwaar tegen de Hollandsche regel is natuurlijk geöpend, met zijn elisie van de e, en mijn bezwaar tegen het Duitsche het onderbroken worden van het beeld en het losmaken van ewig van offen. Ook ‘heelen’ is mij niet ‘welgevallig’. Maar wanneer U er iets tegen hebt, dan zou ik toch wel blij zijn het van U te hooren, want in onze Novalis hebben wij still und offen gezet.Ga naar voetnoot519 Als éénige inconsequentie op de gekozen lezing overigens. Ik tob al weer over Fl. Juist omdat ik de Fl. literatuur niet ken, denk ik: het heeft misschien geen belang, alles is tóch al gezegd. Waarom dingen op te dragen, waarvan mijn originaliteit niet erkend kan worden, waardoor een zeer waardevol iets, nl. de persoonlijke visie, verdwijnt. Ik las nu een stukje van Bourget over Fl. onder de koffie.Ga naar voetnoot520 En vond reeds het een en ander, of liever veel. Maar daarom is 't misschien ook een sinds lang gestorven schrijver? Maar 't nut dan? 1) Hart.gr. 1) Of zit 't nut in 't feit dat er weer eens iets over hem verschijnt? |
|