De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
172.
| |
[pagina 265]
| |
op aard niets zonder fout, behalve de domheid. Je betrekking is prachtig. Ik kon alleen niet gelooven dat voor zoo weinig werk zooveel belooning beschikbaar was. Hoeveel zuchten slaakte niet Van Suchtelen, en wel uit dat zelfde Vaderland.Ga naar voetnoot516 Het is waar dat de zijne Nightthoughts waren, en dus, als zoodanig al, niet de frischheid konden hebben van jouw morgen-uren. Maar zelfs zijn loon had ik begrepen dat minder was. En Italië? - Voor een reis zeker heerlijk en die gun ik je van harte. Op het wonen in het buitenland, en dat gedurende een beslissend tijdperk van je leven - heb ik altijd veel tegen. Wie leeft maakt herinneringen, en herinneringen weven draden, en draden zijn niet nú noodig, maar later als het doek ouder wordt en zwaarder hangen gaat op zijn hechtsels. Dan zijn je jeugdverbindingen met het eigen land onschatbaar. Intusschen - de Goden weten het beter, en zullen je brengen waar je wezen moet. Je artikel verraste me. En, nu je 't geschreven hebt, zou ik zeggen: stuur het dadelijk. Ik schreef juist dezer dagen aan de Vooys: dikke handschriften, maar onplaatsbaar, of in elk geval van zoo'n middelmaat, dat ik mijn geweten geweld aan zou doen door ze te plaatsen. In zulke gevallen verbrand ik mijn schepen: ik stuur terug wat me niet geslaagd lijkt. Het gevolg is, wel niet dat ik te weinig kopie heb, maar ik heb te weinig keus. Ik kan niet enkel verzen geven, of teveel van eenzelfde soort, of niet eendere bijdragen zonder er iets tusschen te plaatsen. Stuur je dus je Flaubert,Ga naar voetnoot517 en als het eenigszins kan, zóo dat ik de keus heb het onder je rubriek te plaatsen of als afzonderlijk artikel, dan is er kans dat ik het dadelijk zal opnemen.- Hartelijk gegroet. Je A.V. |
|