171.
Briefkaart. Poststempel:
's-Gravenhage 13 I 1914.
Weledgeb. Heer Alb. Verwey
Noordwijk aan Zee.
Zeergeachte Heer, Ik had nog geen afdrukjes ontvangen en heb toen naar
Versluys geschreven. Ik had het eerst op de revisie van Maeterlinck, daarna
nog eens voor allebei op de revisie van Faguet geschreven, maar ontving
niets. Versluys schrijft nu, de overdrukjes al lang gestuurd te hebben, -
maar dat er voor mij niet bij waren. Voorts dat ik mij maar tot U moest
wenden: nu komt het toevallig uit, dat ik, die anders altijd een dubbele
revisie vraag, deze tweede later voor nog een verbetering gebruikt heb,
zoodat ik behalve in de aflevering in 't geheel geen ex. heb en mijn
portefeuille collectie dus incompleet is. Zouden er heelemaal geen losse
vellen meer zijn? Ik hoop dat ik toch nog 2 ex. op de kop zal kunnen tikken.
Ik heb, onder den titel Ruchiouk Hânem een stuk van
omstreeks 20 pag. druks geschreven over Flaubert, over den Flaubert van voor
zijn 30ste jaar, dus eigenlijk over den heelen Flaubert. Ik gaf het den
ondertitel ‘Fantaisie over Gustave Flaubert’.Ga naar voetnoot515 Het kwam
plotseling, zonder dat ik iets van hem gelezen had dan wat correspondentie
en zonder dat ik ooits iets over hem gelezen had. Ik was
er erg mee in mijn schik. Als U 't goed vindt, - welke aflevering is dan de
eerste waarin U 't kunt plaatsen? Gewoon onder mijn Kunst ‘Geest’ rubriek!
Ik werk hard en schiet op. Als ik die betrekking maar krijg! Hart. gr. ook
aan Mevrouw
Hoogachtend
Uw dw.
PN van Eyck