Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9,52 MB)

Scans (27,87 MB)






Editeur
H.A. Wage



Genre
sec - letterkunde

Subgenre
non-fictie/brieven


In samenwerking met:

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914

(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey

Vorige Volgende

146.
Brief
.

Noordwijk a/Zee
23 Augs 13

Beste Van Eyck,

Dit is het grootere genot na het vorige. Wat zou ik graag het gezicht van Wolfskehl zien, als hij het boekje openslaat en de nieuwe verzen leest.

Hoe bijzonder is, van de nieuwe verzen, dan fragment Charfreitag I:

 
Erbarm dich auch, O Herr
 
Der Gaukler, Träumer, der verdorbenen Kinder -

Ik hoop dat je van die uitgaaf veel genoegen beleeft, en verwacht het wel -

Je vorige langen brief heb ik natuurlijk ontvangen. Dat je niet kwaamt, was verstandig, - dat je de gelegenheid gebruikte voor een schriftelijk praatje was meer dan dat. Ik las alles met veel belangstelling en zal het altijd op prijs stellen als je lust zult hebben je hart te luchten betreffende je plannen, denkbeelden en verwachtingen. Laat je ook nooit van schrijven afhouden door de overweging dat ik over een of ander van je onderwerpen zelf wel al, mijn gedachten heb. Over het eene heb ik dat wel, over het andere niet, maar in beide gevallen hebben je mededeelingen een eigen waarde voor me. Wat Goethe betreft spreek je een bewondering uit, die ik heelemaal voelen en deelen kan: hij heeft in een belangrijk tijdperk van mijn leven een groote en goede macht op me uitgeoefend, en door zijn werk maak ik nog nu en dan tochten. Van Dostofjeski daarentegen, weet ik minder: alleen heb ik hem indertijd na lezing van een paar van zijn werken op een allerhoogsten rang gesteld. Zoo kan men op de markt in zijn jonge jaren een man ontmoet hebben, die door gestalte en gezichtsuitdrukking imponeerde, en aan wiens herinnering de indruk van dat ontzagwekkende voorgoed verbonden blijft.

Voor mij is het altijd een groot bezwaar dat ik van de russische schrijvers taal en land niet ken. Goethe kan ik naderen, tot bijna in al de uren van zijn leven, en dat deed ik: tusschen mij en de russische wereld blijft, niet zoozeer een muur, als wel de afwezigheid van een verbindende dampkring.

Wat je me schrijft over een verwantschap, of tenminste overeenkomst, tusschen Dost. en Nietzsche, is nieuw voor me.442

[p. 228]

Gisteravond las ik de brieven van Julie Bakhuizen. Dat zelfs het gewoonste werk, een brieven-uitgaaf zoo ondoeltreffend verricht kan worden. Of is er iets verwarrenders en afschrikkenders te bedenken, rondom die brieven, dan het onpsychologisch gekwebbel van de twee Schartens?443

Overigens was het lezen van die opstellen meer het toeval van een theeuur. Ik doe alles wat moet gedaan worden, ook letterkundig werk, maar ik leef mijlen verwijderd van de letterkunde, in die vreemde belangen-loosheid, die natuurmenschen gemeen hebben met dichters.

Ik merk dan ook dat het vandaag zomer is, en dat ik met Jan naar ‘de meertjes’ ga.444

Ik waardeer de oplettendheid waarmee je me ook van dit bundeltje nr. 8 gestuurd hebt. Ze is te treffender omdat ook van mijn eigen bundel mijn hand.ex. nr.8 is. Wist je dat? - een mystisch verband? Misschien wel. Eénig vat heeft de symboliek van de getallen wel op me. Tot ziens dus. Doe vlug je examen, en kom hier. Je toegen.

z.o.
A.V.

Je verlangen naar een ‘grooter’ dichter heeft me niet weinig gesticht. Ik vraag me (af) of dit geen hemelbestormende verlangens zijn. En uit puur verlangen naar ‘groot’ dichterschap niets te zeggen van mijn Jooske.445 Foei, mijnheer!

442
Zie nr. 145; noot 439 en wat daar in de brief op volgt.
443
C. en M. Scharten-Antink, Julie Simon. De levensroman van R.C. Bakhuizen van den Brink. Uit brieven en bescheiden samengesteld, Amsterdam 1914.
444
Jan, de oudste zoon van Albert Verwey, was geïnteresseerd in biologie. De ‘meertjes’ waren de plassen in de duinen bij Katwijk.
445
Jkvr. Josina [Jooske] Imilie van den Brandeler-den Beer Poortugael [1892] publiceerde poëzie in De Beweging van 1913-1915 en in 1918. Enkele gedichten nam Jan Greshoff op in Het jaar der dichters 1914 en 1915. Een bundel Verzen verscheen te Amersfoort in 1919.

Vorige Volgende

Over het gehele werk

over Uren met Platoon

over De getooide doolhof

over Het ronde perk

over Uitzichten


over Paul Cronheim

over J.C. Bloem

over Nine van der Schaaf

over [tijdschrift] Beweging, De

over P.C. Boutens

over Stefan George

over Geerten Gossaert

over Jan Greshoff

over Willem Kloos

over Aart van der Leeuw


Italiƫ


Over dit hoofdstuk/artikel

23 augustus 1913