133.
Briefkaart. Poststempel:
's-Gravenhage 7.4.1913.
Weledgeb. Hr. Albert Verwey
Noordwijk aan Zee.
Zeergeachte Heer,
Voor 't geval deze of een volgende maand mijn sonnetten komen, wou ik U
verzoeken al de titels weg te schrappen, - gaarne zou ik
op de eerste pagina een, op de volgende bladz. steeds 2 sonnetten hebben,
dat kan mooi uitkomen en de verzen worden dan niet zoo in stukken
gebroken.Ga naar voetnoot393
Gister sprak ik Gerretson, met wien ik zeer goed
kon opschieten. Hij vroeg mij, of ik misschien iets gehoord had van U over
zijn Bilderd.-artikelen.Ga naar voetnoot394 Ik heb hem
alleen gezegd, dat U zich sterk maakte, dat hij de geciteerde gedichten
deels zelf ook in zijn hart niet mooi vindt. Omtrent één heeft hij dat
toegegeven, - hij had het voor't logisch verband opgenomen. Overigens
erkende hij, dat hij werkelijk met moeite gekozen had uit al die werken van
B. Ik schrijf U dat even, omdat ik niet weet, of 't U niet onaangenaam is,
dat ik iets van Uw persoonlijke opmerkingen tegen mij onder 4 oogen verteld
had. Ik dacht- er stak hier in geen kwaad. G.zei dat hij er U toch graag wel
eens over zou willen spreken. Hij had plan een paar in briefvorm ingekleede
beschouwingen te schrijven over geestelijk en maatschapp.leven (o.a.) tegen
Bolland, bestemde ze voor De Beweging, maar
is bang, dat U ze niet zoudt willen hebben, als zijnde geheel