De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 196]
| |
122.
| |
[pagina 197]
| |
Bloems bespreking heb ik ontvangen.Ga naar voetnoot365 Ze gaat uit van een brieffragment (dat je vermoedelijk al kent) van Aart van der Leeuw. Je hebt gelijk dat dit gesignaleerd worden als dichter van een ‘retorische poëzie’, al doet Bloem alles om het odium van die naam weg te nemen, zijn onaangename kant heeft. Intusschen is het goed dat de wezenlijke verschillen tusschen werk en werk, en beschouwing en beschouwing, algemeen duidelijk worden. Het komt er op aan dat uit het wederzijdsche willen en niet-willen de richting ontstaat waarbij allen zich aansluiten. Met Andrian schiet je prachtig op. Je hebt gelijk: hij is de man die zijn eigen onvruchtbaarheid beleefd heeft. Beleefd - wat meer is dan ondergaan. Wil je over 't geld maar niet tobben? Het was je van 't begin af toegedacht en mijn ‘koopziek’ hield géén verband ermee. Een ex. Spaansche Reis ligt al acht dagen klaar voor je.Ga naar voetnoot366 Tot ik moed heb het intepakken. Ziedaar, ik heb mijn hart toch al een beetje warmer geschreven, hoewel niet mijn handen. Kun je Andrian niet overtuigen dat zijn werk historische waarde heeft en als zoodanig ook door den auteur niet mag veranderd worden? Het zou, dunkt me, 't best zijn. Weet je dat Gerritson [sic!] nog even bij me was? Hartelijk gegroet. Zoek zelf maar uit hoe je nu de elf (of twaalf) sonnetten wil rangschikken. Als je nl. vindt dat een andere rangschikking nu noodig is.Ga naar voetnoot367 Je A.V. |
|