De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 155]
| |
P.C. Boutens, zoals W.A. van Konijnenburg hem in
1914 portretteerde.
| |
[pagina 156]
| |
misschien op reis waart. Hebt U daarop, ook voor definitieve versterking, geen plan, dit jaar? Wanneer 't U niet te vermoeiend is, zou ik buitengewoon graag een dezer dagen bij U komen. Het zou voor mij een groote uitspanning zijn. Om mijn studie, die mij zeer tegenstaat, maar waarin ik manmoedig bijt - het herkauwen is het ergste: Vergeef mij deze heele, koeige vergelijking - alleen thuis gebleven, kom ik op 't oogenblik moeizaam en in stilte door de dagen heen. Ongetroost bovendien door The Spirit of Delight.Ga naar voetnoot263 Zou ik U misschien Maandag welkom zijn, en op welk uur kunt U mij dan hebben?Ga naar voetnoot264 Ik hoop, dat ik niet al te haastig ben in 't aanvaarden Uwer vriendelijke invitatie. Met Uw oordeel over mijn werk was ik heel blij. Die schijn van leedvermaak zal ik met wat inkt uitdooven, - die wil ik juist in dit stuk allerminst laten leven. Ode aan Sappho, waarvoor ik in de dagen van stemming heel gevoelig was, is misschien een ‘zwak’ van mij, maar ik vind het een oase vergeleken bij menig ander gedicht - ook in het mooiste werk van Boutens overigens slaag ik er nooit in de volle, bloedwarme bevrediging te vinden, en dus ook in dit niet.Ga naar voetnoot265 Uw opmerking over Woestijne-Querido trof mij bijzonder, omdat ik de eerste eigenlijk maar in één qualiteit tegenover Boutens zou willen houden; maar, om, dit gedaan zijnde, den schijn te vermijden, als zou ik de twee dichters in hun geheel tegen elkander uitspelen, wat ik allerminst ten voordeele van v.d. Woestijne-im-ganzen zou willen doen, voegde ik onder het overschrijven de zinsnede over Q.er aan toe. Hij was er dus werkelijk bijgesleept en het verwonderde mij, hoe scherp U dat er in gezien hebt. Aan haar ondoordacht ontstaan dankt zij vervolgens misschien haar zwakheid, deze opmerking over Q. Tot nu toe stuurde ik drie artikelen. Ongetwijfeld - het lijkt mij onmogelijk, dat ik mijn gedachten in vrije tijd maanden lang niet zou bezig houden met een gekozen en dus minstens gewaardeerd onderwerp, - zal ik nog wel één artikel schrijven. Misschien twee. Wat betreft plaatsing voeg ik mij naar U, natuurlijk. Maar ik vind het wel plezierig in elk geval proef te ontvangen. Mijn handschrift is slecht. Maar een zetter, die halve en heele regels vergeet, eigenwijs is, verkeerde letters bij tientallen gebruikt, en woorden combineert (zoo liet ik ongebroken voor onbewegelijk gedoken nu nòg staan) is toch niet alles. Misschien is men door de regelmatigheid van mijn handschrift verleid en heeft men 't daarom aan een jonge zetter of zettersjongen gegeven.Ga naar voetnoot266 In revisie vond ik nòg een 100 tal fouten. (In 't stuk van Berlage vond ik er ook verscheiden.) Ik beloof U, in mijn copy voortaan wat meer mijn best te doen. Ik kan mij Uw verdriet over 't onnoodig tijdverlies begrijpen. | |
[pagina 157]
| |
Ik zou U op 't oogenblik onmogelijk kunnen beloven, met éénigen spoed - 't zou zeker een paar maanden duren - die Oidipous-vertaling te vergelijken. Daar zit, wil men niet onbillijk zijn, veel tekstvergelijking aan vast. Het ligt er aan welke uitgave, welke lezing van de koren b.v., men telkens op de corrupte plaatsen als de beste aanvaard heeft voor de vertaling, hoe deze uitviel. En den beoordeelaar is het onmogelijk, in korte tijd dat werk degelijk te doen zonder telkens kans te loopen òf onbillijk te zijn tegen de vertaler, of den laatste te overschatten, die misschien zelf niet voldoende tekstwaardeerder geweest is. En om een aesthetische beoordeeling van deze vertaling is het toch niet in de allereerste plaats te doen. Verneem ik misschien nog iets over mijn bezoek? Inmiddels mijn hart. groeten en dank voor Uw moeite, Hoogachtend |
|