De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
86.
| |
[pagina 154]
| |
Hierover mondeling meer. Misschien zal een Augustusdag in Noordwijk je niet ongevallig zijn. De tijd van plaatsing. Ga ik alleen te rade met mijn eigen debielheid van het oogenblik, dan mag ik tegen plaatsing in het Sept.rn r . geen bezwaar maken. Maar bij geregelde medewerking is het goed met wederzijdsche plannen en wenschen rekening te houden. Schrijf je dit jaar in het geheel drie artikelen dan is het beter een maand overteslaan. In elk geval laat ik het zetten en hoor inmiddels je meening. Wat zeg je van Dr.Koster die in De Ploeg eens toonen zal hoe men Paradise Lost vertaalt, en in twintig regels van Boek XI minstens twee fameuze ‘Schnitzer’ maakt ! Toch zal die andere halve Engelschman, L.Simons, wel vinden dat zijn medewerker goed beslagen is.Ga naar voetnoot262 Hebt gij tijd een vertaling van Sophocles' Oedipus, die mij zeer goed lijkt, te vergelijken met het oorspronkelijk? Ik zend hem dan. En nu je hand, waarde vriend! Zoo duidelijk die is na de 3de zoo onontcijferbaar is ze, zelfs voor mij nog bij een eerste lezing. In den hemel schrijven we allen op schrijfmachines. Ik zal inmiddels den drukker mijn goeden raad geven. Wees hartelijk gegroet. [Hoewel de post in die dagen sneller was dan in die van ons en er bovendien meer bestellingen per dag uitgevoerd werden, lijkt een gelijke datering van een ontvangen en daarop antwoordende verstuurde brief een probleempje. Òf Verwey vergiste zich, òf Van Eyck. Het zal voor de eerste 6 of 7 augustus geweest moeten zijn en dan voor de ander resp. 7 of 8. Ook in het tweede geval: donderdag 8 augustus was het nog op tijd om een afspraak te maken voor maandag 12 augustus in Noordwijk.] |
|