De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd84.DE BEWEGING Noordwijk a/Zee Waarde Van Eyck, Het doet mij genoegen dat de Beweging een zoo bewonderend artikel over Verhaeren te plaatsen krijgt. Van een half dozijn bundels die ik ter bespreking ontvangen heb, noemde ik er maar een, en zonder er diep op in te gaan. De oorzaak lag hierin dat Verhaeren zich ook door zijn beknoptste werken te kennen geeft als niet een tak, maar een stam, niet een schakeering maar een kleur, - en dus aanspraak maakte, niet op waardeering, maar op overgave. Later spreken wij wel eens erover waarom, ondanks verwantschap naar gemoed en geest, het verschil in het esthetische tusschen hem en mij te groot is, dan dat ik hem de bewondering waarop hij recht had, persoonlijk kon toekennen.Ga naar voetnoot246 Wat de algemeene titel aangaat, die is, dunkt me, juist en ruim genoeg. Mijns inziens verdient het plaatsen van kleinere besprekingen - indien die geschreven worden - | |
[pagina 151]
| |
onder de algemeene rubriek Boekbeoordeelingen, altijd aanbeveling. De mogelijkheid daartoe is trouwens door het in gebruik nemen van dezen algemeenen titel niet uitgesloten. Gerritsons [sic!] dialoog is welkom, tenzij hij vindt dat in het onderwerp de stof van een heroïsche tragedie ligt. Of is hij niet een tragisch, en tevens heldenmoedig sterveling, die tegenover den daimoon zich een houding geeft? En dan nog zijn houding voor het kiezen heeft: mannelijk of vrouwelijk! Wat zegt de daimoon?
Gij zijt mij vreemd, gij zijt u zelf
Persoonlijk, manlijk wel of vrouwlijk.
Ik voel met u mij vreemd-vertrouwlijk,
Ik ben als gij, bezit geen Zelf.
Er komt bij dat de daimoon een mond heeft en spreekt voor we het weten, en wat zullen wij dan doen, wij armen, anders dan opschrijven wat hij gesproken geeft. De daimoon is ook een groot ironiseerder: wie weet dus, als Gerritson hem aanroept, hoe fijn het web van de tegenspraak zijn zal dat hij hem weven helpt.Ga naar voetnoot247 Het gedicht zal ik trachten te plaatsen in het Augs.nr.Ga naar voetnoot248 Onze oude letter, aardig ondanks de te vette kapitalen, heeft ons begeven als te afgesleten en dit half jaar begint met een nieuwe die me de eerste keer nog ietwat onzuiver lijkt afgedrukt.Ga naar voetnoot249 De lengte van je studie-duur is betrekkelijk. Waar je in die jaren zooveel gedicht, gewerkt, geleefd hebt, is het mooi dat de rechtenstudie niet erbij is ingeschoten. Je zult ze nu zonder bezwaar en zonder overijling eindigen en alleen erop bedacht zijn het met behoud van je gezondheid te doen. Dank je voor je gelukwenschen.Ga naar voetnoot250 Je A.V. |
|