De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
71.
| |
[pagina 138]
| |
elementen alleenheerschers en deze uitgebannen. Ook de allegorie heeft bestaansrecht: denk maar aan Spenser en Dante.Ga naar voetnoot219 Er zijn dichters in wie de verbeelding onmiddelijk, door een gevoel van binnen- of buitenwereld wordt aangedaan. Er zijn er ook bij wie het middelijk gebeurt, door een zekere tusschenwerking van het intellekt. Dat bij u vaak het laatste het geval is, geloof ik wel, en daarmee zal het misschien ook verband houden dat uw gevoel veelal zoekend is. Maak u daar niet ongerust over. De hoofdzaak is dat u produceert. In de productie herstelt zich altijd weer tusschen gevoel en intellect het evenwicht. De verhouding tusschen die twee houdt u aldoor bezig, omdat hun wisselwerking u altijd innerlijke moeite geeft.Ga naar voetnoot220 En omdat het laatste u altijd als rustgevend bewust wordt, dus in zekeren zin als doel, vertoont het eerste zich aan u als overgaand, dus als tragisch. Dat is in uw werk een vast thema, en dat thema, op een nieuwe wijze opgevat is van dit gedicht het onderwerp. Ik schrijf u dit omdat bij een aanleg als de uwe alleen een blijvend inzicht zijn rust ook op uw gevoel kan doen overgaan en dus misschien een beslissende regenereerende werking op u hebben kan. Wie zijn wezen aanvaardt [,] oefent een vrijmakende invloed erop uit. Door het te erkennen wijzigt hij het meer dan door het hardtevallen. Het is mogelijk dat uw gevoel, verstaan zooals het is, juist in de vrijheid die het gelaten wordt een nieuwe impuls vindt en - tenslotte anders blijkt. Het kan zijn dat een gevoel - als een mensch - zeker van zijn ondergang, zijn tocht daarheen lief gaat hebben, en hem dientengevolge als opgang bewust wordt. Het gevoel, die beek, blijkt dan een nieuwe kracht, een bron, achter zich te erkennen. En ook die erkenning weer, kan een heel wezen wijzigen. Wijzigingen als ik hier aanduid, zijn voor het uwe niet uitgesloten. Rustiger innerlijke kracht, sympathie met andere wezens, liefde en zorg voor de omgeving, ook voor het zinlijke deel van uw gedichten, kunnen het gevolg ervan zijn. Ik betreur het niet dat uw schrijven mij de gelegenheid geeft deze gedachten eens voor u uittespreken. Zij hebben me, naar aanleiding van uw persoon zoowel als van uw werk vaak beziggehouden. Dat ik in u en uw werk mogelijkheden van ontwikkeling zag die gevaar liepen door innerlijke onvoldaanheid evenzeer als te vroegtijdig doodloopen in een richting, dat is de reden waarom ik uw doen zoo op den voet gevolgd heb en mij nooit heb laten weerhouden mijn meening erover te uiten. Er zijn voor een dichter op uw leeftijd nog heele werelden die open kunnen gaan, mits geen moeite hem te veel is en hij ernstig durft te zijn, zelfs tot het op zij zetten van zijn persoon en het vertrouwen hebben in machten die dieper zijn dan zoowel zijn gevoel als zijn intellekt. | |
[pagina 139]
| |
Ik zou lust hebben dit laatste gedicht vroeger uittegeven dan het vorige. Waarschijnlijk in het Maartnummer.Ga naar voetnoot221 Ik teeken in het handschrift een paar verzen aan die, door haastig schrijven of afschrijven, zijn uit den band gesprongen. Als resultaat van vijftien jaar nadenken was Erens' artikel over George zeker niet veel. Maar waarom over een dichter te schrijven als men niets over hem te zeggen heeft.Ga naar voetnoot222 Met besten groet |
|