De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
19.
| |
[pagina 51]
| |
heb. Toch veronderstel ik dat de waarde van dat geschrift in een schitterende paradoxaalheid liggen zal, in den stijl, die bij uw omwerking verdwenen is. De argumenten lijken mij zwak: voor den naam: eigenlijk geene; - zonder historische gegevens kan men in een dergelijk geval niet uitkomen; - voor bet beroep: wel verleidelijke, maar niet afdoende; niet op feiten, maar op uitleg berusten ze, en waar is de uitleg waar een scherpzinnig man niet een andere tegenoverstelt.?Ga naar voetnoot59 Uw plan een bundel te maken. Doe het niet voor u een kleine, maar rijke keus kan doen. Rijk door de verscheidenheid van vorm en idee; en dan van iedere soort slechts een enkel voorbeeld. Ik geloof dat, zoo gerangschikt, uw poëzie de meeste werking doet. Of een uitgever zulk een boek op mijn aanbeveling zal uitgeven? Geldelijk voordeel kan ik hem niet ervan beloven: welke poëzie geeft dat? En voor zoover bij oog heeft voor letterkundige deugden zal bij van uw medewerking aan de Beweging wel op de hoogte zijn. Die kunt u hem trouwens meedeelen. Geloof mij, inmiddels, steeds gaarne Uw dw. Albert Verwey |
|