De getooide doolhof(1909)–P.N. van Eyck– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Het Blijde Leed. Een diep geheim dit: nooit te weten Of vreugd niet is een vreemd verdriet: Het trouw geween één uur vergeten Voor 't luistren naar lief Blijdschaps lied, En 't luistren naar lief Blijdschaps vrede Alléén, om in háár stille huis Ontroerd te peinzen aan leeds breede, Gerekte en verre zeegeruisch. Want in het vredig vreugdezingen Neurt steeds een vroeger leed dat mart, En onz' nabije erinneringen Bezinnen zich op nieuwe smart. En nimmer proeven wij zóó heerlijk De weemoed van 't verstild geschrei, En nooit is weenen zóó begeerlijk Als in een blijde mijmerij. Vorige Volgende