De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en H. Marsman
(1968)–P.N. van Eyck, H. Marsman– Auteursrechtelijk beschermd1-II-'26Geachte Heer Van Eyck, Uw vanochtend ontvangen brief verheldert mij veel: hij zal er stellig toe meewerken, dat ik mijn antwoord in de Vr. Bladen klaar zal kunnen stellen. Ik heb de Redactie bericht, dat het mij wenschelijker lijkt ons beider stukken in één (het Febr.)nummer te zetten dan tusschen het Uwe en het mijne een maand te laten verloopen. Maar het kan natuurlijk zijn, dat het in eénen plaatsen de Febr. aflevering te zeer tot een uitsluitende ‘Pro- en Contra’ brochure gaat maken. Nous verrons. - In verband met mijn voorstel de beide stukken in Febr. te plaatsen heb ik de Redactie verzocht mij van Uw stuk een duplicaat-schoone-proef te doen toekomen. Krijg ik die tijdig, dan zal door mìjn schuld het verschijnen van het no. niet vertraagd worden. - Het schrijven - t.z.t. - van een kritiek op mijn werk wordt u vergemakkelijkt: ik heb voor kort den bundel, die De Gemeenschap uitgeven zou, ingetrokken: hij kwam mij bij nader inzien in dezen vorm niet goed genoeg voor. Ik denk, dat ik nu enkele jaren met bundelen zal wachten. U kunt zich dus uitsluitend op ‘Penthesileia’ concentreeren. Mocht het noodig zijn twee menschen in eén kroniek te bespreken, dan lijkt mij de combinatie tusschen Van Schagen en mij om haar | |
[pagina 33]
| |
anti-podisch karakter bizonder gelukkig en vruchtbaar. - Ik hoop dat mijn antwoord in de Vr. Bladen U niet teleurstellen zal; ik zal het zoo klaar en volledig mogelijk stellen. Ik ben benieuwd Uw brief in den huidigen vorm te lezen. - Na mijn antwoord zie ik uw reactie met belangstelling tegemoet: ik vertrouw, dat deze zich tot een particulier schrijven zal kunnen beperken. - Anders - in het uiterste geval - moeten wij nogmaals de gastvrijheid der V. Bl. inroepen. Ik zeg: wij, want mocht U het onverhoopt onvermijdelijk achten, een tweede schrijven te publiceeren, dan zal ik mijnerzijds, zoo noodigGa naar voetnoot1 al mijn invloed doen gelden om voor deze zaak de ruimte te winnen. - Met vr. gr.
[Toevoegingen op de achterzijde van de enveloppe:]
Indien U mij in eenigen vorm Uw artikelen over Bloem en t.z.t. Holst kunt doen toekomen, gaarne! Kleine verbetering: in De Ondergang, 2e pag. regel 4 viel, na: in, mij weg. Zou het een relatief gròote verbetering zijn de laatste 8 regels te schrappen? Mij dunkt: ja. |
|