De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en H. Marsman
(1968)–P.N. van Eyck, H. Marsman– Auteursrechtelijk beschermd22 Dec. '24.Zeer Geachte Heer Van Eyck, Vriendelijk dank voor Uw brief, met name voor de technische aanmerking. Ik moet U tot mijn schande bekennen, dat ik onbewust die sleepende, doode lettergrepen zoo overdadig gebruikt heb, maar ik heb er wel een psychologische verklaring voor: het moet een reactie zijn op de concentratie-woede van vroeger. - Ik zal trachten het gebrek zooveel mogelijk te verbeteren,Ga naar voetnoot5 maar ik vrees van te voren al, dat het mij niet overal gelukken zal, omdat ik wellicht de horizontale beweging, die naar ik meen toch ook in den goeden zin een belangrijk element is in dit latere werk, dan te veel ga onderbreken. - Ik zal zien; en ben U in elk geval zeer erkentelijk voor Uw critiek. Ik sluit hierbij mijn Groot-Ned: bespreking van Coster's bloemlezing in.Ga naar voetnoot6 Gerègeld schrijf ik mijn critieken daarin niet, en de ruil, die U voorstelt, zou dus ook in dit opzicht zeer onvoordeelig voor U zijn. - Ik lees hier geregeld met groote belangstelling Uwe critieken - en zal U gaarne van tijd tot tijd de mijne toezenden. De Palladiumbundel verschijnt in April of Mei.Ga naar voetnoot7 Met groot interesse zie ik Uw bespreking daarvan tegemoet. - m. vr. gr. |
|