C.H.D. Buys Ballot. 1817-1890
(1953)–E. van Everdingen– Auteursrecht onbekend
[pagina 153]
| |
Ontboezemingbij de ontvangst van de tweede circulaire tot bevordering van Nederlands deelneming aan de Internationale Noordpoolexpeditie. Daar roept in 't Vaderland een stem;
Zij roept en maant met kracht en klem,
Doch de Echo zwijgt, o smarte!
'k Heb mee die wakkre stem gehoord,
En in mijn binnenst klinkt een woord....
Mij moet dat woord van 't harte!
Een wondre tijd. De Wetenschap
Dringt moedig voort van stap tot stap.
Men suft niet in de boeken:
Men merkt zijn plannen op de kaart;
Dan gaat men hemel, zee en aard
Van Pool tot Pool doorzoeken.
Acht zwarte stippen duiden aan,
Waarheen zes volken samengaan.
Eén plekje is wit, o schande!
Die open kring, die witte plek,
Ik vrees, zij wordt een zwarte vlek,
Een schandvlek voor den Lande!
| |
[pagina 154]
| |
Ik vrees: de Man die tot 's Lands eer
Genoemd, geroemd wordt heinde en veer,
Zelfs boven vreemde namen,
Waar 't kennis geldt van 't luchtgebied,
Moet, als hij weer zijn broedren ziet,
Zich over Neerland schamen.
‘'k Heb met U’, zucht hij, ‘'t plan beraamd;
Doch al mijn pogen werd beschaamd.
Ik moet de schande dulden.
Voor zulk een wetenschaplijk doel
Heeft onze Natie geen gevoel,
Geen ... dertig duizend gulden!’
O oude Nederlandsche Leeuw!
Schrikt gij slechts op bij krijgsgeschreeuw,
Als 't zwaard moet uit de scheede:
Maar ligt gij dof en slaaprig neer,
En waakt niet voor 's Lands roem en eer
Bij werken van den vrede?
En Pijlenbundel! Eendrachtsband!
Maakt gij slechts macht in 't Vaderland
Bij 't branden der gevaren:
Niet op Ontwikklings steile baan;
Niet waar de volken strijdwaarts gaan
Om wetenschap te garen?
Gij, Reliquieën van de kust
Waar Heemskerk toefde en Barents rust,
Och! leerde u 't volk waardeeren!
Men huldigt, Ruijter, uw gebeent',
Herstelt en siert uw lijkgesteent':
Mocht men uw geestdrift eeren!
| |
[pagina 155]
| |
O schittrende kleuren van Nederlands vlag,
Blijft wappren toch fier op den vloed!
Laat kloppen ons hart steeds van vreugd en ontzag;
Wanneer het Uw banen begroet.
Blijf waaien met eere van stengen en stag,
Bezoedle geen smet u, o heilige Vlag,
Door koelheid voor geestkracht en moed!
Januari 1882.
G.J. van Lakerveld.
(Uit onderscheiden leeftijd, blz. 51, 1890.) |
|