Er kan nog van alles gebeuren
(1966)–Gertie Evenhuis–bron
Gertie Evenhuis, Er kan nog van alles gebeuren. Uitgeverij Ploegsma, Amsterdam 1966
codering
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
logboek
-
-
verantwoording
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Er kan nog van alles gebeuren van Gertie Evenhuis uit 1966.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (binnenkant voorplat, 2, binnenkant achterplat) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[ voorplat]
gertie evenhuis
10er boek
Er kan nog van alles gebeuren
[pagina 1]
Er kan nog van alles gebeuren
[pagina 3]
Gertie Evenhuis
Er kan nog van alles gebeuren
Uitgeverij Ploegsma Amsterdam
[pagina 4]
© Copyright Uitgeverij Ploegsma, Amsterdam 1966
[ achterplat]
10er
GERTIE EVENHUIS - HBS, Kunstnijverheidsschool en Amsterdamse Kweekschool, een jaar Engeland en MO-Nederlands tenslotte - heeft eigenlijk altijd willen tekenen. Pas na haar huwelijk is zij gaan schrijven, uitgaand van het dagboek ‘Wij waren er ook bij’. Voor dit boek - door de pers een ‘document humain’ genoemd, ‘een zeldzaam zuiver gestelde analyse van de relatie jeugd-oorlog’ - werd aan de schrijfster de eerste literaire prijs voor een jeugdboek verleend die in ons land is uitgereikt: die van de Jan Campertstichting. Verscheidene van haar boeken verschenen in het buitenland.
In ER KAN NOG VAN ALLES GEBEUREN treedt opnieuw die onthutsende eerlijkheid naar voren waarmee de auteur cliché's in het menselijk gedragspatroon lichtelijk ironiserend, zonder commentaar, aan de kaak stelt. Een tiener uit de provincie, Barbara, komt naar Amsterdam. Zij hoopt in stilte op dè ontmoeting en zij heeft die ook. De snelle verhaaltrant is van een achteloze originaliteit en de observaties van de menselijke eigenaardigheden zijn met humor weergegeven. Maar gevoelig is de aarzelende romance van Barbara met de veel oudere Michel beschreven. Het Amsterdamse grachtenhuis met zijn bewoners, de binnenstad, en later het Vlaamse landschap en de Gentse schouwburg, vormen het decor waartegen men Barbara ziet gaan, verwikkeld in haar tragi-komische avonturen. Ook de mensen: de door de wol geverfde Loeloe, de schutterige dokter, de oude huishoudster, verflenste schrijvers, jongelui in koffiebars, en mevrouw Kentie, die niet zo gauw verbaasd is in dit leven - allemaal zijn ze doodgewoon, maar ze worden gezien door een jong oog dat scherp waarneemt. Men heeft na lezing het gevoel dat Barbara bestaat, en dat men haar zó kan tegenkomen: zeventien en voor het eerst verliefd.