Gezangboek voor vrijmetselaaren(1806)–Jan Steven van Esveldt Holtrop, Willem Holtrop– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 275] [p. 275] Band van broederschap. Air: Frères & Compagnons. Legt, Broeders! 't werktuig neêr, Wilt uwen arbeid staken; Uw werk strekt u tot eer! Laat ons de rust nu smaaken, Die de Orde elk Metslaar schenkt, En aan het hart een wellust doet ervaaren, Die nimmer 't reinst genoegen krenkt, Of naberouw kan baaren. [pagina 276] [p. 276] Nooit zij de hechte band, Die ons verëent, geschonden! Geen twistziek onverstand Worde ooit bij ons gevonden! De gulle minzaamheid Blijve altoos 't merk van ons oprecht verkeeren. Het rustverstoorend onbescheid Moete elk volijvrig weeren! ‘Elk toon’ zich steeds gereed Des Broeders druk te mindren; Zoo zal geen prangend leed Zijn zielrust immer hindren; En, zoo van 't redenspoor, Hij, onbedacht, gevaar liep af te dwaalen, Koome elk zijn verdre dooling vóór, Of stell' die perk en paalen. [pagina 277] [p. 277] Waar is de maatschappij Zoo naauw als deez' verbonden! Waar wordt een Broedrenrij Als de onze is, gevonden! Waar is een vriendenkring Als hier, altijd door éénen geest gedreven! Wat band toch kan den sterveling Meer kracht en vastheid geven! Het is dees Broederband, Die afgelegen volken Verëent, van land tot land, Door sprakelooze tolken. Geen echt Vrij - Metselaar Is vreemd in 't oord, waar hij ook moog' verkeeren, Hij ziet zich door der Broedrenschaar Als Broeder kennen, eeren. [pagina 278] [p. 278] Koomt, toonen we in ons doen, Dat Vrije - Metselaaren De zucht tot vriendschap voên; Op trouw en reden staaren: Dat waarheid, pligt en deugd, Het doelwit zijn waarnaar wij ijvrig streven, En elk zich hoogelijk verheugt In 't waereldburger - leven. Zoo zal der blinden waan En 't zwart vooroordeel zwichten; Zoo zal geen nijd, voordäan, Van ondeugd ons betichten; Zo zal 't gezond verstand Op drieste domheid weldra triomfeeren: De waereld Orde en Broederband Naar billijkheid verëeren. [pagina 279] [p. 279] Dit gloedend druivensap, Door Broederhand geschonken, Zij onzer Broederschap Welmeenend toegedronken. Eenmaal toch, zeker, zal De Zon der Metslaarij heel de aarde alöm verlichten, En elk, door ons volmaakt getal, Ons edel werk verrichten! Vorige Volgende