Gezangboek voor vrijmetselaaren(1806)–Jan Steven van Esveldt Holtrop, Willem Holtrop– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 266] [p. 266] Aan de schoone kunne. Air: De ouverture van den Deserteur. eene stem. Triomfeert en juigcht, ô braaven! Hoort de stem der reine min: ‘Elk Vrij-Metslaar vinde een haven In zijn lieve Metslaarin’. choor. Triomfeert en juigcht, ô braaven! Hoort de stem der reine min: ‘Elk Vrij-Metslaar vinde een haven In zijn lieve Metslaarin.’ [pagina 267] [p. 267] eene stem. Gij, die reeds uw jeugdig leven Een' Vrij-Metslaar hebt gewijd, Ziet hem de eêlste blijken geeven Van getrouwheid, kunde en vlijt! eene stem. Gij, die nog zijt koel gebleven, Daar u een Vrij-Metslaar vrijt: Schoonen! wilt hem niet weêrstreeven, Neemt hem in zijn' besten tijd! choor. Triomfeert en juigcht, ô braaven! Hoort de stem der reine min! ‘Elk Vrij-Metslaar vinde een haven In zijn lieve Metslaarin.’ eene stem. Wilt uw mannen, als hunn' pligten In de Loge zijn volbragt, Een gedenkzuil helpen stigten, Daar uw huis zijn' roem van wacht: [pagina 268] [p. 268] eene stem. Wilt voor geen' Vrij-Metslaars zwichten; Opdat zij, door meesters-kracht, U met de Ordetoorts verlichten, In den somber - donkren nacht! choor. Triomfeert en juigcht, ô braaven! Hoort de stem der reine min: ‘Elk Vrij-Metslaar vinde een haven In zijn lieve Metslaarin.’ Vorige Volgende