Gezangboek voor vrijmetselaaren

[p. 232]

Tafel-lied.

Staakt den arbeid, Metselaaren!

Gunt den matte leden rust.

Deeze Broeder-maaltijd riep ons,

Waar de deugd de blijdschap kust.

Ziet de zoete gift des hemels,

Die ons kragt geeft en verfrischt;

Die ons aller moeder, de aarde,

Ons, uit rijken voorraad, discht!

[p. 233]

 

Dat een eeuwig vergenoegen

 

Woon' bij onzen Broederkring;

 

Dat geen klagende armoede immer

 

Zugtende onzen disch omring'!

 

Heilig zijn ons de oude zeden,

 

Toen men nog genoeglijk at,

 

Toen de vader, blijde, in 't midden

 

Van zijn heve kindren zat.

 

 

 

Zoo het slegts deez' Broedermaaltijd

 

Aan geen liefde en vrede ontbreek

 

Waar is dan de kroon of scepter,

 

Die in 't hart begeerte ontsteek'?

 

Eendragt, Metslaars! blijve uw poogen;

 

Liefde zij uw hoogste feest!

 

Zonder liefde toch is 't leeven

 

Slechts een ligchaam zonder geest.