Gezangboek voor vrijmetselaaren(1806)–Jan Steven van Esveldt Holtrop, Willem Holtrop– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 202] [p. 202] De weldaadigheid. Air: Qu'il est joli nôtre petit ménage. Volmaakt geluk ontspringt uit eedle pligten, 't Stroomt als een beek, bekoorlijk door 't heeläl. Wij zien het schaduwdal Der sterslijkheid verlichten, Waar gij, weldaadigheid! Uw zachte glans verspreid. Ja! 't waar geluk ontspringt uit eedle pligten. Hoe zalig is 't een heete traan te droogen: Een heete traan, door zielerouw geschreid! Gij, die, in de éénzaamheid, Geen troostend mededoogen Ziet weenen om uw smart, Koomt, schuilt aan 't Broederhart, Dat wellust vindt in traanen af te droogen. [pagina 203] [p. 203] Gods lusthof bloeit op 's levens donkre paden, Waar zuivre deugd weldadig palmen plant. Voor 't opgeklaard verstand Zijn waarlijk - eedle daaden De schoonste glorie - krans, Omstraald met englenglans, Gods lusthof bloeit op 's levens donkre paden. Ja, 't wéldoen kleurt volmaaktheids-bloeisemknoppen! Juigcht, Broeders! juigcht, gij, die 't geluk verspreidt! Juigcht vrij, daar dankbaarheid Een hart voor u doet kloppen. Gij volgt een liefdrijk God! Juigcht in uw heilrijk lot! Ja, 't wéldoen kleurt volmaaktheids - bloeisemknoppen! Koomt, bieden wij der weêrloosheid bescherming! Geen weduw schreije in haaren angst en nood; Geen weesje om kleed of brood, Of vind' bij ons ontferming: Ja, Broeders! 't hooge woord, Vaak uit uw' mond gehoord, Blijve ondeugd vloek; aan eere en deugd bescherming! Vorige Volgende