Gezangboek voor vrijmetselaaren(1806)–Jan Steven van Esveldt Holtrop, Willem Holtrop– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 199] [p. 199] Het nut der wijsheid. Air: Quand j'avois le coeur d'Annette. Tijd! gij baart niet altijd roozen. Ydle hoop misleidt ons hart. Na 't bekoorlijkst morgenbloozen, Volgt wel eens een dag van smart. Ja, in blijdschaps gouden beker Stort dikwerf zorg het scherpst fenijn, Wie niet wijs is, kiest, voorzeker, In plaats van 't wezen, slechts den schijn. bis. [pagina 200] [p. 200] Maar 't gezond verstand blijft roemen, Daar 't, uit wissling, heil geniet, En de zachtste leevensbloemen Aan de scherpste doornen ziet. Wijsheid maalt, op donkre wolken, Den schoonstgekleurden regenboog. Hoop, die troosteres der volken, Blinkt wijsheidsvrienden grootsch in 't oog. bis. Hoop, door fijn gevoel verëdeld, Heeft ons 't bloemrijk pad bereid. Wie van 't hof geen grootheid bedelt, Ankert zig in de eeuwigheid; Vriendschap, wijsheids echte zuster, Lokt palmen uit de barste rots. 't Broederhart klopt hier geruster; Schoon domheid vloeke, op dwaaling trots. bis. [pagina 201] [p. 201] Toekoomst! ja, gij baart ons roozen. In den zwartsten nacht van smart Zien wij de uchtendscheemring bloozen. Wijsheid streelt ons wachtend hart. Wijsheids-kroost vergaêrt zich zeker Een honig uit het scherpst fonijn. Broedermin biedt vriendschaps-beker: De wijze kan ook vrolijk zijn. bis. Vorige Volgende